Pluimveeweb: Leghennen kunnen geslachtsverhouding van nakomelingen beïnvloeden

08-09-2014

maandag 8 september 2014
Mannelijke en vrouwelijke niet-bebroede eieren verschillen niet voldoende in eigenschappen om de eieren te kunnen seksen. Maar leghennen blijken wel de geslachtsverhouding van hun nakomelingen te kunnen beïnvloeden. Dat blijkt uit onderzoek van Maris Smeets, die maandag 8 september aan de Wageningen Universiteit hoopt te promoveren, meldt Wageningen Universiteit.

In de tweede helft van de vorige eeuw zijn aparte kippenrassen ontwikkeld voor de productie van eieren of voor vlees. Deze specialisatie zorgde voor een sterk verbeterde efficiëntie van productie van vlees en eieren. 

Een nadeel is dat de mannelijke nakomelingen van leghennen economisch niet geschikt zijn voor vleesproductie. In de huidige pluimveepraktijk worden de ééndagshaantjes van legrassen daarom direct na het uitbroeden gedood. 

Alternatieven voor doden ééndagshaantjes
Het proefschrift van Smeets beschrijft een aantal studies met leghennen naar de geslachtsafhankelijke eigenschappen van eieren, en naar de mechanismen die het geslacht per ei en de geslachtsverhouding van eieren per hen bepalen. 

Kennis hierover is belangrijk voor twee voorgestelde alternatieven voor het doden van ééndagshaantjes: 

1) Het seksen van niet-bebroede eieren, zodat alleen vrouwelijke eieren uitgebroed kunnen worden.  
2) Het verlagen van de geslachtsverhouding, zodat minder mannelijke nakomelingen ontstaan.

Geslachtsverhouding nakomelingen beïnvloeden 
Het onderzoek toonde aan dat mannelijke en vrouwelijke niet-bebroede eieren niet voldoende verschillen in eigenschappen om de eieren te kunnen seksen. Er is hierbij gekeken naar de concentraties in het eigeel van testosteron, oestradiol, androsteendion, progesteron, dihydrotestosteron en glucose, en naar de lengte, de breedte en het gewicht van de eieren. 

Echter, het onderzoek toonde ook aan dat leghennen de geslachtsverhouding van hun nakomelingen kunnen beïnvloeden. Er werd gevonden dat na het voeren met een gereduceerd rantsoen, of na een behandeling met corticosteron, de gewichtsafname van de leghennen en van hun eieren significante voorspellers waren van de primaire geslachtverhouding. 

Het onderzoek leverde drie verschillende aanwijzingen op dat “meiotic drive” in de pre-ovulatoire follikel ten grondslag ligt aan de geslachtbeïnvloeding. 

Praktische methoden ontwikkelen 
De experimentele diermodellen die in deze studies ontwikkeld werden kunnen worden gebruikt om de mechanismen van geslachtbeïnvloeding in meer detail te bestuderen. Inzicht in hoe deze mechanismen worden gereguleerd kan mogelijk tot praktische methoden leiden om de geslachtsverhouding in de pluimveepraktijk te veranderen.

Tekst:Tom Schotman & Wageningen UR

 
 

Inloggen op de ledenportal