Boerderij: Mogelijk pas in 2021 èchte verbetering eiermarkt

10-09-2014

PLUIMVEEHOUDERIJ
Den Ham – Mogelijk zal pas in 2021, wanneer de overgangstermijn voor het houden van kippen in verrijkte kooien verstrijkt, de eiermarkt ècht verbeteren. Omdat dan wellicht het aantal hennen zal afnemen, noodzakelijk om de overmatige eierproductie teniet te doen. Dit was dinsdagmiddag een sombere voorspelling van Herman van Welie, relatiebeheerder bij AEC Uden Administratie en Consulancy, als deelnemer van de diergroepbijeenkomst legpluimveehouderij van Agrivaknet, de vereniging van agrarisch specialisten. Deze bijeenkomst stond in het teken van de financiën in de leghennenhouderij.

De inkomsten van legpluimveehouders zijn al twee jaar laag door lage eierprijzen in combinatie met hoge voerprijzen. De lage eierprijzen zijn het gevolg van een overaanbod in Europa. Waar in het verleden sommige pluimveehouders onder die omstandigheid hun stallen een tijdje leeg lieten staan, is dat nu geen optie omdat de meesten enkele jaren geleden hebben geïnvesteerd in een nieuwe stalinrichting om te voldoen aan het verbod op de traditionele kooi. Die omschakeling heeft niet geleid tot minder kippen in Europa, wat sommigen hadden verwacht. Zolang de variabele kosten nog worden vergoed produceren de pluimveehouders door, interend op het eigen vermogen. De vermogenspositie van een grote groep legpluimveehouders is uitgehold, de buffers raken op, de rek is eruit. Een groeiend aantal pluimveehouders – berichten noemen een kwart – heeft moeite aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Aanschaf van een nieuw koppel wordt steeds lastiger, omdat banken terughoudend zijn dat te financieren. Ondanks dat het financieringsklimaat nergens zo goed is als in Nederland, zei sectormanager pluimvee bij ING Bank Kees van Vliet, spreker tijdens de bijeenkomst.

Wanneer een pluimveehouder geen koppelfinanciering bij de bank geregeld kan krijgen, resteren familie, zakenrelaties, leveranciers en afnemers voor de financiering. Ook contractproductie is een mogelijkheid. Eventueel kan een pluimveehouder hulp krijgen vanuit de BBZ-regeling (Besluit bijstandverlening zelfstandigen). In die situaties is ING vaak wel weer bereid mee te werken aan de voorwaarden die daartoe gesteld worden, aldus Van Vliet.

Legpluimveehouders zouden wel willen stoppen met hun bedrijf, maar omdat de opbrengst bij verkoop van het bedrijf te laag is om de schulden af te betalen, is dat geen optie. Dus blijft het aantal kippen en daarmee de eierproductie in stand.

door HANS BIJLEVELD 10 sep 2014

 
 

Inloggen op de ledenportal