Pluimveeweb: Aanpak HPAI aange-past: vervoer eendags-kuikens mogelijk

05-07-2016

Het beleidsdraaiboek bij een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep wordt aangepast. Tijdens een vervoersverbod gelden er mogelijk uitzonderingen voor het vervoer en opzetten van eendagskuikens en afvoer naar slachterijen.

Dat schrijft staatssecretaris Martijn van Dam maandag 4 juli in een brief aan de Tweede Kamer. „Een aantal transporten, waarvoor bij de vorige vogelgriepuitbraken na de standstill nog landelijke vervoersverboden werden afgekondigd, zal ik bij een volgende crisis uitzonderingen mogelijk maken. Deze zijn: afvoer naar de slacht na een gunstig verlopen testprocedure, vervoeren van kleine aantallen hobbyvogels en het vervoeren en opzetten van eendagskuikens”, aldus Van Dam.

Voor andere maatregelen is volgens de staatssecretaris een nadere uitwerking vereist. Een voorbeeld daarvan is het vervoer van producten, die zelf geen risico vormen, zoals melk of veevoer. Bij het vervoer van deze producten zit het risico niet in het product, maar in het vervoermiddel. De deskundigengroep dierziekten geeft aan dat een hygiëneprotocol gecombineerd met één op één vervoer het risico van verspreiding van vogelgriep aanzienlijk beperkt.

Nog stappen zetten

„In het vervolg zal alleen een standstill worden ingesteld voor transporten voor professioneel gehouden vogels en risicovolle transporten. Een lijst van deze transporten wordt nog uitgewerkt. De duur van de standstillperiode is maximaal 3 dagen. Als eerder opheffen verantwoord is, zal dat gebeuren”, schrijft Van Dam.

Op onderdelen, zoals de bioveiligheidsprotocollen voor pluimveebedrijven en de reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen, is volgens de staatsecretaris een inspanning van de pluimveesector vereist. Zoals de deskundigengroep dierziekten heeft aangegeven, is goede hygiëne tijdens transport altijd van belang, ook als er geen vogelgriep heerst. Het komt namelijk ten goede aan de pluimveegezondheid in het algemeen, aldus Van Dam.

Ook het vervoer en de verwerking van mest is een onderdeel waarover nadere afspraken met de sector gemaakt kunnen worden. Bij mest kan onder meer rekening worden gehouden met de eindbestemming. Bij de verwerking (verbranding, composteren) wordt het virus geïnactiveerd, het product is dan dus risicoloos. Bij het uitrijden van niet-verwerkte mest over land is er een risico op verspreiding, maar dit lijkt klein, volgens Van Dam.

Draaiboek uit 2003 aangepast

Van Dam heeft het draaiboek aangepast omdat deze is geschreven met de ervaring van de grote vogelgriepuitbraak in 2003. De pluimveesector is sindsdien veranderd en ook het Europese beleid ten aanzien van dierziekte-uitbraken is anders dan toen.

Nu is bijvoorbeeld het principe van regionalisatie bij dierziekte-uitbraken in de EU (en ook daar buiten) algemeen geaccepteerd. Ook heeft de Nederlandse pluimveesector veel aspecten die van belang zijn voor de pluimveegezondheid verbeterd, bijvoorbeeld een snellere afhandeling van besmettingen en een betere hygiëne in de pluimveeketen. Er is nog wel ruimte voor verdere verbetering. Er zijn nog steeds bedrijven, waar bijvoorbeeld de hygiënemaatregelen verbeterd kunnen worden, volgens Van Dam.

Maar al deze veranderingen en de ervaringen in de vogelgriepuitbraak van 2014 rechtvaardigen een heroverweging van de maatregelen zoals beschreven in het huidige beleidsdraaiboek vogelgriep.

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal