Pluimveeweb: Iris Odink in gesprek met Dierenbescherming

24-03-2017

Iris Odink, penningmeester NVP, was dinsdag 21 maart samen met Femke Fleur Lamkamp van de Dierenbescherming te gast in het radioprogramma ‘Dit is de Dag’ met presentator Tijs van den Brink.

„We moeten niet accepteren dat de vogelgriep er nou eenmaal bij hoort.” Dat zei Femke Fleur Lamkamp van de Dierenbescherming in ‘Dit is de Dag’. De Dierenbescherming wil nieuwe maatregelen om de vogelgriep terug te dringen.

Volgens Iris Odink van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouderij is dat haast niet mogelijk. „Het virus is zo grillig, daar kun je moeilijk beleid op maken. We moeten dus leren leven met de vogelgriep en de maatregelen daarbij nemen die op dit moment het beste lijken.”

Saneren pluimveebedrijven
Een van de acties waar de Dierenbescherming mee komt, is het saneren van de pluimveehouders die in de buurt van grote plassen water zitten. „Daar zitten veel watervogels die de vogelgriep bij zich dragen”, aldus Lamkamp. Odink draait het juist om: „Er wordt bij het aanleggen van een nieuw natuurgebied nooit gekeken of er al pluimvee in de buurt is. Waarom zouden de gevolgen dan wel bij hen neergelegd moeten worden?”

Contact Dierenbescherming noodzakelijk
Iris Odink: „ Het was mijn eerste kennismaking met mevrouw Lamkamp als directeur van de Dierenbescherming. Uit haar woorden maak ik op dat ze nog niet zo goed bekend is met onze pluimveesector. Ze praat over het verhogen van de weerstand van kippen alsof alleen meer beweging daar goed aan doet. Lamkamp gaat voorbij aan het feit dat de huidige legkippen robuust gefokte kippen zijn die uitermate geschikt zijn om buiten te lopen. Maar zoals nu blijkt, gaan zelfs de kleinste koppeltjes van 8 hobbykippen al dood aan het virus. Dus hoe kun je een kip wapenen tegen dit uiterst gevaarlijke virus? Onze kippen bouwen voldoende weerstand op middels uitgebalanceerd legvoer, voldoende en schoon drinkwater èn bewegingsvrijheid.”

Sector laten zien
NVP zoekt het contact met de Dierenbescherming regelmatig actief op, zoals bijvoorbeeld het overleg in 2015/2016 met Marijke de Jong en Bert vd Berg voor het project “Denktank verantwoorde uitloop” met o.a. mensen van LTO/NOP, ANEVEI. Doel was te bekijken hoe de pluimveehouders gezien de weersomstandigheden in Nederland, af kunnen wijken van de verplichting om 365 dagen de kippen naar buiten te doen. Iris Odink: „In dat overleg kwam een wens van de DB naar voren om de uitloop dusdanig te beplanten zodat op wilde vogels geweerd worden. Maar een dergelijke beplanting kan ook vogels en ander ongedierte aantrekken wat het virus meeneemt. Dus of dat allemaal wenselijk is? Een andere maatregel is het verkleinen van de koppels, maar in dit kader helpt dat echt niet in de strijd tegen vogelgriep. Contact houden is absoluut nodig en over veel punten zijn we het ook eens: Onnodig dieren preventief ruimen is zeer onwenselijk en het ontwikkelen van een vaccin, dat zijn allemaal bespreekbare items. ”

Vanwege tijd- en kostenbesparing zit de Dierenbescherming zelf niet meer bij het IKB overleg wat de pluimveesector  jammer vindt.  Iris Odink: „Ik denk als zij in gesprek gaan met pluimveehouders, of een middag meelopen, ze een beter beeld van onze werkwijze krijgen dan dat ze nu hebben. Dat moeten we gaan organiseren als de vogelgriepsituatie dat weer toelaat.

Leren leven met de vogelgriep
De pluimveesector zet in op absolute hygiëne en het leren leven met vogelgriep. Iris Odink: „Dat is geen berustende opmerking, maar bevat drie werkwoorden: Moeten= we hebben de verantwoordelijkheid om goed te zorgen voor onze dieren. Leren= elke situatie met vogelgriep is weer anders en daar zit een leerproces in, we hebben juist lessen geleerd uit 2003 en 2014 en de sector past zich daarop aan. Leven= dit werkwoord houdt alles in waar het ons om gaat, we willen onze dieren laten leven, we willen met onze dieren leven en ja, we leven er financieel van.”

Beluister hier het radiofragment en het artikel in Trouw ‘Tijd voor structurele aanpak vogelgriep’.

Tekst:Monique van Loon

 
 

Inloggen op de ledenportal