Boerderij: Eierhandel heeft al langer moeite met NOP-richtprijs

19-01-2018
Eierenhandelaren zegden vorige week éénzijdig prijsafspraken met pluimveehouders op vanwege een te hoge NOP-richtprijs die geen goede afspiegeling is van de markt. Hoe is die richtprijs opgebouwd?

Handelaren die verrijkte kooi-eieren verhandelen en verwerken, betalen pluimveehouders sinds begin dit jaar niet meer op basis van de NOP-richtprijs, maar hanteren hun uitbetalingsprijs op de Duitse Wese-Ems-notering. Daarmee verbreken ze afspraken met pluimveehouders. Argument voor hun handelswijze is dat de NOP-richtprijs al sinds december de marktwaarde van eieren uit verrijkte kooi- en koloniehuisvesting niet goed weergeeft. Dit komt doordat een van de componenten in de NOP-richtprijs – de Franse Rungis-notering voor kooi-eieren – al enkele maanden extreem hoog is. Én door een ‘veiligheid’ die in de NOP-richtprijs is ingebouwd.

Drie componenten

De NOP-richtprijs voor kooi-eieren is opgebouwd uit 3 componenten: de Franse Rungis-notering voor kooi-eieren, de Duitse Weser-Ems-notering voor (tafel)kooi-eieren, en opgaven vanuit de Nederlandse eierhandel/eierindustrie. Omdat de 4 opgevers vanuit de eierhandel belang hebben bij de hoogte van de NOP-richtprijs is hun opgave begrensd: die opgave mag niet meer dan een bepaald bedrag afwijken van de Rungis-notering. En daar zit nu de kneep.

De NOP-richtprijs daalt trager dan de Weser-Ems-notering

Correctie

Onder de huidige marktomstandigheden, waarbij de Duitse notering fors zakt en de Rungis-notering later en minder snel zakt, treedt die ’veiligheid’ in werking en wordt de prijsopgave vanuit de handel gecorrigeerd naar boven. Daardoor daalt ook de NOP-richtprijs trager dan de Weser-Ems-notering. Die volgens de handelaren – op dit moment – een betere weergave van de marktontwikkeling is.
 

(Witte eieren gaan in de opslag. De NOP-richtprijs voor kooieieren bestaat uit drie componenten: een Duitse notering, een Franse notering en prijsopgave door de Nederlandse eierindustrie. foto)
 

Wereldmarkt

Er speelt nog iets. Het gros van de kooi-eieren wordt verwerkt tot eiproducten, die de verwerkers moeten afzetten op de wereldmarkt tegen dito prijzen. De Weser-Ems-notering in de NOP-richtprijs is een notering voor (tafel)kooi-eieren. Anevei, de brancheorganisatie van eierhandelaren, gaf al eerder bij de NOP aan liever te zien dat de Weser-Ems-notering voor kooi-eieren voor de industrie in de NOP-richtprijs wordt verwerkt. Die notering is wat lager, maar een stuk stabieler dan die voor tafel-kooi-eieren.

Markt verstoord door AI-uitbraken

De LTO/NOP Begeleidingscommissie wilde eerst vasthouden aan de notering voor kooi-eieren. Toen Anevei in voorjaar 2016 opnieuw verzocht om de Weser-Ems-industrie-ei-notering op te nemen, wilde de NOP daarmee instemmen, onder voorwaarde dat gecorrigeerd zou worden voor het verschil tussen die 2 Duitse eiernoteringen. Opdat de NOP-richtprijs na die aanpassing van de Weser-Ems-component gemiddeld niet lager zou uitpakken, alleen minder zou fluctueren. Over een dergelijke correctie was consensus, maar deze is niet toegepast omdat Anevei dat op dat moment niet wilde: de markt was verstoord door AI-uitbraken. Dus bleven de uitgangspunten voor de richtprijs onveranderd.

 
 
 

Inloggen op de ledenportal