Boerderij: 'Beperkte import waarborgt belang pluimveesector'23-05-2013
Den Haag - De beperkte quota voor de Europese import van eieren, eiproducten en pluimveevlees uit Oekraïne waarborgen de belangen van de Europese pluimveesector voldoende. Dat schrijft minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen aan de voorzitter van het Productschap Pluimvee en Eieren, Bart-Jan Krouwel. Krouwel uitte zijn zorgen over de import van pluimveeproducten uit landen buiten Europa, die niet aan de EU-welzijnseisen voor pluimvee voldoen, in een brief aan Ploumen. "Het kabinet zet zich ervoor in dat in elk Europees vrijhandelsakkoord afspraken worden gemaakt over verbetering van en samenwerking op het gebied van dierenwelzijn. Zo zijn met Oekraïne afspraken gemaakt over het verhogen van het niveau richting de EU-eisen", antwoordt Ploumen. In de handelsovereenkomst met Oekraïne is een tariefquotum voor eieren en eiproducten overeengekomen, die na een overgangstermijn van vijf jaar overeenkomt met circa 90 miljoen verse eieren. "Afgezet tegen een totale jaarlijkse Europese productie van zo'n 100 miljard consumptie-eieren vind ik dit een acceptabel compromis", zegt Ploumen. Datzelfde geldt volgens haar voor het jaarlijkse quotum van op termijn 40.000 ton voor pluimveevlees(producten) uit de Oekraïne op een totale EU-productie van 12 miljoen ton. "Ik meen dat met dergelijke afspraken de belangen van de sector voldoende zijn geborgd", concludeert de minister. Naast de vrijhandelsakkoorden lopen onderhandelingen bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het kader van de Doha-ronde. Het streven is dierenwelzijn stevig in WTO-verband te verankeren. Het gaat daarbij om het erkennen van dierenwelzijn als 'non-trade-concern' in het WTO-verdrag. "Als dierenwelzijn volwaardig als non-trade-concern wordt erkend, kan Europa welzijnseisen stellen aan de import van producten uit derde landen. Ik zal hierbij waken voor verkapt protectionisme, zeker waar het de belangen van ontwikkelingslanden betreft", schrijft Ploumen. De Nederlandse inzet is er volgens haar op gericht de non-trade-concerns op de agenda te houden van de EU, zodat de Commissie een ambitieus, maar wel realistisch mandaat krijgt voor dierenwelzijn. "Het is van belang hierbij realistisch te zijn, omdat deze wens een aanpassing van het WTO-verdrag vergt. Het zal waarschijnlijk in de Doha-ronde niet lukken het WTO-verdrag op dit punt te wijzigen", stelt Ploumen. door Derk Klein Kranenberg 23 mei 2013
|