Agri Holland: LEI raamt de economische gevolgen van uitfasering ingrepen bij pluimvee

21-06-2013

Het LEI Wageningen UR heeft op verzoek van staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken (EZ) in een quick scan de economische gevolgen van een verbod van de ingrepen bij pluimvee per 2015 in kaart gebracht. De notitie geeft bouwstenen voor de beleidsmedewerkers van het ministerie en is dus niet geschreven als een op zichzelf staande nota met een duidelijk omschreven vraagstelling, methode en discussie van de resultaten. Het LEI stelt daarnaast dat het niet meer dan een schatting betreft omdat er op veel onderdelen onzekerheden zijn. Dit betreft de mogelijke reactie van pluimveehouders, de positie van Nederland op de exportmarkten en (technische) gevolgen op pluimveebedrijven bij het achterwege laten van ingrepen.

Leghennen
De economische gevolgen voor de leghennensector bij een eenzijdig Nederlands verbod hebben vooral betrekking op de ingreep snavelbehandeling. De gevolgen zijn divers en kunnen de bedrijfsvoering in verschillende schakels beïnvloeden: leghennenhouders, broederijen en de bedrijven met legouderdieren:

  • Een deel van de leghennenhouders (25 tot 50% van de bedrijven) zal onbehandelde dieren gaan houden. Deze bedrijven hebben een verhoogd risico op slechtere technisch resultaten (verhoogde uitval van dieren en een lagere eiproductie). Indien de helft van de bedrijven kiest voor onbehandelde dieren is de economische schade 2,5 miljoen euro per jaar
  • Een deel van de leghennenhouders wil behandelde dieren. De meest voor de hand liggende werkwijze is dan dat Nederlandse broederij de broedeieren vervoerd naar het buitenland waar de kuikens uitkomen en behandeld worden. Het verlies aan toegevoegde waarde is dan 6,5 miljoen euro per jaar.
  • Bij verplaatsing van de broederijen naar het buitenland zullen op de langere termijn de bedrijven met legouderdieren volgen. De toegevoegde waarde van deze circa 35 bedrijven is 10,5 miljoen per jaar. De directe werkgelegenheid op de bedrijven is 40 tot 50 personen.

Vleeskuikenouderdieren
Voor de hanen hebben de ingrepen betrekking op het verwijderen van de sporen, kammen dubben en snavelbehandeling. Voor de hennen heeft de ingreep betrekking op snavel behandelen. Deze ingrepen worden uitgevoerd op de broederijen. De economische gevolgen bij een eenzijdig Nederlands verbod hebben vooral betrekking op de ingreep snavelbehandeling. De gevolgen zijn divers en kunnen de bedrijfsvoering in verschillende schakels beïnvloeden: vermeerderaars, broederijen en de bedrijven met grootouderdieren:

  • Een deel van de Nederlandse vermeerderaars (25 tot 50% van de bedrijven) zal onbehandelde dieren gaan houden. Deze bedrijven hebben een verhoogd risico op slechtere technisch resultaten: verhoogde uitval van dieren en een lagere bevruchting van broedeieren. Indien de helft van de bedrijven kiest voor onbehandelde dieren is de economische schade 1,8 miljoen euro per jaar.
  • Een deel van de Nederlandse vermeerderaars wil behandelde dieren. De opfokker/vermeerderaar zal dan behandelde eendagskuikens bestellen in het buitenland, waarbij vooral België een logische keuze zal zijn. Het gevolg is dat de activiteiten van de broederijen zich zullen verplaatsen van Nederland naar het buitenland. Het verlies aan toegevoegde waarde is berekend op 4,6 miljoen euro per jaar.
  • Driekwart van de ouderdieren geproduceerd in de Nederlandse fokbroederijen wordt geëxporteerd. Omdat veel landen vragen om behandelde dieren zal een belangrijk deel van de productie voor export verplaatst worden naar het buitenland. De toegevoegde van het export deel van de broederijen is 27,8 miljoen per jaar.
  • Bij verplaatsing van de broederijen naar het buitenland zullen op de langere termijn de bedrijven met grootouderdieren volgen. De toegevoegde waarde van deze 60 bedrijven in Nederland is 42 miljoen per jaar. De directe werkgelegenheid op de bedrijven is 60 tot 80 personen.

Vaccinsector en vleeskalkoenen
Van deze sectoren heeft het LEI op dit moment te weinig informatie. Voor deze sectoren is ook door Wageningen UR Livestock Research, voor zover nu bekend, geen technisch onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van het achterwege laten van ingrepen. Hierdoor ontbreekt de basis voor een economische evaluatie.

Zie voor meer informatie de notitie Economische aspecten rondom 'ingrepen bij Pluimvee' op de site van het ministerie van EZ.

bron: Ministerie van EZ, 20/06/13

Copyright ©2013 AgriHolland B.V.  

 
 

Inloggen op de ledenportal