Boerderij: Rabo: ondernemer maakt het verschil bij financiering

"Goede (investerings)plannen worden nog altijd gefaciliteerd", hield hij zijn gehoor voor.

Een van de punten die Basel III de banken voorschrijft is dat banken de kwaliteit van hun kapitaal en hun liquiditeitspositie moeten verbeteren en verhogen en dat ze een hogere solvabiliteit moeten aanhouden voor al hun uitzettingen (verstrekt kapitaal). Volgens Van den Hurk hebben deze strengere eisen geen effect op de kredietverstrekking in de veehouderij. Rabobank kijkt bij een financieringsaanvraag naar het schuldenniveau, de cash flow en de reserveringscapaciteit van een bedrijf, naar de bedrijfsvoering en de technische resultaten (voerefficiëntie, arbeidsfilm, gezondheidsstatus) en naar de bedrijfsuitrusting (omvang, schaal, kwaliteit, structuur en omgeving). Van den Hurk benadrukte dat het individueel bedrijf leidend is voor de financieringskracht, niet de sector. "We beoordelen het individueel ondernemerschap. De ondernemer maakt het verschil."

Volgens de sectormanager pluimveehouderij wordt het bij het toenemen van de kapitaalsintensiteit van bedrijven in de pluimveesector belangrijker dat ondernemers meer inzicht hebben in hun bedrijf. "Managementinformatie, technische resultaten, liquiditeitsprognoses en jaarcijfers, sommige bedrijven hebben dat beperkt op orde."

Als succesfactoren noemde Van den Hurk flexibiliteit, maatschappelijk draagvlak van de omgeving, het toenemend belang van afdekken van risico's, voldoende/meer rendement, bezinning op de positie in de keten en doen waar je goed in bent (en uitbesteden van taken/werkzaamheden die je niet goed liggen). "Draagvlak behouden is essentieel voor de toekomst van de pluimveehouderij. En dan gaat het niet meer alleen om dierenwelzijn, maar ook om volksgezondheid."

door Hans Bijleveld 4 dec 2013