| AgriHolland: Dijksma handhaaft dierrechten voor varkens- en pluimveehouderij
12-12-2013
Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken wil de dierrechten voor de varkens- en pluimveehouderij in ieder geval tot 2018 handhaven. Voor melkveehouders komt er geen systeem van dierrechten om een maximum te stellen aan het aantal koeien. Groei blijft mogelijk, maar daarbij geldt als voorwaarde dat het bedrijf voldoende grond heeft om de extra mest die dat oplevert uit te rijden. Het bevorderen van grondgebondenheid in de melkveehouderij stimuleert eveneens de mogelijkheden voor meer koeien in de wei. Een alternatief is dat extra mestproductie wordt verwerkt. Dat schrijft Dijksma mede namens staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede en de Eerste Kamer als reactie op een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Naar verwachting treedt op 1 januari 2014 een wijziging van de meststoffenwet in werking, waarmee aan veehouders met een mestoverschot de plicht wordt opgelegd deze te verwerken. Het PBL heeft samen met Wageningen UR gekeken naar de ontwikkeling van de mestverwerkingscapaciteit, effecten op de mestmarkt en overige milieudoelen. Het rapport van het PBL laat zien dat de mestverwerkingsplicht een belangrijke bijdrage kan leveren aan het halen van de milieudoelen. Maar er is onvoldoende zekerheid dat op tijd genoeg mest kan worden verwerkt om het mestoverschot tot nul terug te brengen. Om die reden zijn aanvullende waarborgen nodig.
Evaluatie in 2016
De extra waarborg bij varkens en pluimvee is het voorlopig handhaven van het bestaande systeem van rechten voor veehouders om deze dieren te houden. Uit het PBL-rapport komt naar voren dat voor deze sectoren geen groei wordt verwacht. Met het handhaven van de dierrechten wordt zeker gesteld dat de totale omvang van de varkens- en pluimveestapel gelijk blijft. Individuele bedrijven kunnen wel groeien door het kopen van dierrechten. In 2016 zal worden bekeken of de dierrechten voor varkens en/of pluimvee met ingang van 2018 kunnen komen te vervallen.
Geen dierrechten voor melkvee
Voor melkvee is er een Europees stelsel van melkquota, dat op 1 april 2015 onherroepelijk ophoudt te bestaan. Het vervallen van die melkquota biedt de sector kansen voor economische groei. Het invoeren van een systeem van rechten voor melkveehouders om koeien te houden, zou de sector op achterstand zetten in de concurrentie met boeren in andere landen. Maar de groei van het aantal koeien mag niet leiden tot vergroting van het mestoverschot. Daarom wordt groei van melkveehouderijen alleen toegestaan als er voldoende grond is om de extra mest te kunnen plaatsen. Een alternatief is dat de hele extra mestproductie wordt verwerkt. De grondgebondenheid - genoeg grond om de mest op kwijt te kunnen - past ook in de ambitie van de zuivelketen om de weidegang te stimuleren. Grondgebondenheid beperkt ook het aantal vervoersbewegingen, wat goed is voor het milieu.
Steun voor mestverwerking
Op dit moment is het mestoverschot in Nederland een probleem. Maar in andere delen van Europa en de wereld is er juist een tekort aan meststoffen. De verwachting is dat de vraag naar meststoffen de komende jaren zal stijgen. Daar ligt een kans voor Nederlandse ondernemers als zij in staat zijn de mest een waarde te geven. Daarvoor zijn innovatieve oplossingen nodig. Voor financiering van innovaties op het gebied van mestverwerking stelt staatssecretaris Dijksma extra middelen beschikbaar.
Zie voor meer informatie de brief van Dijksma en Mansveld en het rapport Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 op de site van de Rijksoverheid.
bron: Ministerie van EZ, 12/12/13
Copyright ©2013 AgriHolland B.V.
|