Boerderij: Pluimvee Relatiedag: subsessie Leg02-05-2014
PLUIMVEEHOUDERIJ Op de Pluimvee Relatiedag van Pluimveehouderij en LTO/NOP, 29 april in Barneveld, gaven drie dierenartsen een presentatie in de subsessie Leg. Het belang van darmgezondheid blijkt groot. • Roland Bronneberg brak op de Pluimvee Relatiedag een lans voor een onafhankelijke proactieve begeleiding van legbedrijven door een pluimveedierenarts, iets wat hij zelf praktiseert met zijn in 2009 opgerichte bedrijf AviVet. Met praktijkvoorbeelden rekende de pluimveedierenarts voor dat een pluimveehouder bij (chronische) darmproblemen, IB, pikkerij/kannibalisme en forse bloedluisbesmetting zomaar dubbeltjes verspeelt. De veterinaire bedrijfsbegeleiding bestaat bij Bronneberg uit vooroverleg voor een nieuw koppel (met evaluatie van een zittend koppel inclusief verbeterpunten en het opstellen van een entschema), het opstellen van doelen en afspreken van diverse bedrijfsbezoeken op belangrijke momenten in het leven van de leghen. Van de bevindingen van de bedrijfsbegeleiding dient verslag te worden gedaan en de adviezen en afspraken moeten worden geëvalueerd. Op grond van de ontwikkeling van technische resultaten van enkele bedrijven die hij begeleidt, stelde Bronneberg: „Proactieve begeleiding kan al snel uit als een legkoppel daardoor gezond blijft en voldoende eieren van goede kwaliteit produceert." • Naomi de Bruijn, GD-pluimveedierenarts, ging in op de oorzaken van darmproblemen. Sinds 2009 waren darmproblemen bij een vijfde tot een kwart van de leghennen de reden GD dieren te laten onderzoeken. GD trof echter bij meer dan 40 procent van de hennen die op de sectietafel belandden darmontstekingen aan. „Dus (lang) niet alle darmontstekingen blijken reden om hennen ook naar GD te sturen." Tegenvallende productieresultaten zijn ook een belangrijke reden. Ruwweg 5 procent van de darmontstekingen betreft chronische darmontsteking. GD heeft daar vanaf 2007 veel onderzoek naar gedaan, maar geen specifieke oorzaken, risicofactoren en ziekteverwekkers van chronische darmontsteking kunnen aantonen. Wel blijkt dat in veel van de koppels met chronische darmontsteking ook darmschade als gevolg van Clostridium perfringens voorkomt en dat clostridium uit probleemkoppels schadelijke eigenschappen bezit. GD trof in de laatste vijf jaar bij gemiddeld 8 tot 12 procent van de secties een darmontsteking door clostridium aan. In sommige gevallen ging dat gepaard met een infectie van de grote spoelworm. • Pim Eshuis betoogde op de Pluimvee Relatiedag: „Stress heeft een negatief effect op het evenwicht in de darmflora. Stress bij de overgang van opfok- naar legstal, stress bij het begin van de leg." Eshuis is pluimveedierenarts bij Dierenartsen Midden Brabant (DAMB) in Diessen. Bij de ouder wordende hen kunnen (te) hoge voer- en wateropname, hoge productie, hoog eigewicht, problemen met de bevedering en met de benutting van calcium en fosfor, nadelig uitwerken op de darmflora, zo vertelde de pluimveedierenarts. „En darmstoornissen opgelopen aan het begin van de productie kunnen chronisch worden. Ook bedreigen infecties met bacteriën, virussen, wormen en coccidiose het evenwicht in de darmflora." Na het bespreken van zes casussen van darmproblemen uit zijn praktijk zei Eshuis dat de oorzaken van darmafwijkingen vaak van dezelfde orde zijn en veelal door goed management en goede voeding te voorkomen of te beheersen zijn. De aanbevelingen/tips waarmee hij afsloot zijn samen te vatten met: „Besteed veel tijd aan de hennen, zeker in het begin!" door HANS BIJLEVELD 2 mei 2014 |