Boerderij: Mestverbrandingsinstallatie bijna door voorraad heen26-11-2014
Moerdijk – De pluimveemestverbrandingscentrale BMC in Moerdijk heeft nog voor enkele dagen pluimveemest in voorraad. "We kunnen het maximaal tot eind van deze week, tot en met zondag, uitzingen'', zegt Luc Westdorp, operationeel manager van de elektriciteitscentrale.
BMC (Bio Massa Centrale) draait al sinds het uitbreken van de vogelgriep op lagere capaciteit en door een maximale hoeveelheid houtsnippers (30 procent) bij te stoken, wordt geprobeerd de centrale zo lang mogelijk te laten doordraaien en stilleggen uit te stellen. "Normaal verwerken we in deze tijd van het jaar 10.000 ton mest per week, momenteel rond 1.000 ton per etmaal.'' Vorige week, toen er tijdens de paar dagen tussen twee standstill-perioden weer mesttransport was toegestaan, kon BMC ruim 4.000 ton pluimveemest laten aanvoeren. Maar nu zit er misschien nog slechts zo'n 2.000 kuub in de 10.000 kuub grootte bunkervoorraad. Zo'n twee kilometer verderop, in Heijningen, heeft BMC 10.000 ton mest in opslag liggen, goed om ruim een week mee te kunnen overbruggen. Alleen mag die mest niet naar de verbrandingscentrale worden vervoerd wegens het verbod op mesttransport.
Noodklok Pluimveehouders die mest aan BMC leveren, zijn aangesloten bij Coöperatie DEP. Orgafert bv in Best, een dochteronderneming van DEP, organiseert de aanvoer van de mest aan de verbrandingsinstallatie. Directeur Ad van Schijndel van Orgafert heeft de nijpende situatie bij BMC dinsdag bij diverse instanties aangekaart, bij het ministerie van EZ, de NVWA, Avined, ZLTO, NOP. Van Schijndels grote zorg is dat de centrale komt stil te liggen nu de aanvoer van mest is gestopt. Maar nog meer bezorgd is hij voor de mogelijke gevolgen hiervan voor de pluimveesector. Want als de mestverbranding komt stil te liggen, wordt er op pluimveebedrijven een mestvoorraad opgebouwd die niet later door BMC verwerkt kan worden en die dus elders zal moeten worden afgezet. "Elke dag dat BMC stilligt betekent een verlies van afzetruimte van pluimveemest van ongeveer 1.300 ton per dag. Het is voor BMC niet mogelijk om dit weer in te halen, omdat de centrale normaal altijd op volle capaciteit draait en er dus geen extra productiecapaciteit is.'' Extra export van mest is volgens hem geen optie om een eventuele achterstand weg te werken. Want wie in het buitenland zit op dit moment op Nederlandse mest te wachten? Dit betekent dat er nog langere tijd mest op pluimveebedrijven blijft liggen die niet afgevoerd kan worden. "Met hygiëneproblemen voor de pluimveehouder en zijn omgeving tot gevolg.'' Volgens een berekening van Van Schijndel zal er als er in afgekondigde termijn van 21 dagen met vervoersbeperkingen geen versoepelingen voor mesttransport komen, bij BMC ongeveer 25.000 ton aan verwerkingscapaciteit verloren gaan. Met andere vormen van mestverwerking erbij kan dat oplopen tot bijna het dubbele. "Die mest komt her en der naast de stallen te liggen. Nederland wordt een open mestvaalt.'' Van Schijndel vindt het van groot belang dat er niet nog mest op bedrijven aanwezig is als er weer nieuwe dieren (mogen) worden aangevoerd.
Ontheffing bepleit De Orgafert-directeur bepleit allereerst ontheffing voor het transport van de BMC-opslag in Heijningen naar de verbrandingsinstallatie, een corridor van twee kilometer door gebied zonder pluimvee. Zodat de centrale kan blijven doordraaien. Daarnaast wil hij dat transport van mest vanaf pluimveebedrijven waar geen pluimvee aanwezig is naar verwerkingsbedrijven onder voorwaarden wordt toegestaan. Dus bijvoorbeeld van vleeskuikenbedrijven die slachtrijpe kuikens hebben afgeleverd, maar nog geen nieuwe kuikens hebben ontvangen. Die mesttransporten zouden dan mogen gaan naar BMC of naar andere mestverwerkers, zoals producenten van champignonsubstraat of bedrijven die de mest hygiëniseren op minimaal 70 graden Celcius voor export. Mogelijke voorwaarden voor dergelijke mesttransport zouden kunnen zijn met gesloten en ontsmette opleggers. ,,Bij BMC wordt elke vrachtauto standaard, dus ook in normale tijden, gereinigd in de wasstraat en tot een hoogte van 1,20 meter ontsmet, dat is ruim boven de wielbasis.'' door HANS BIJLEVELD |