Op grond van een risico gebaseerde steekproef en inspecties naar aanleiding van meldingen, voert de NVWA onaangekondigde inspecties uit. Behalve de NVWA zijn ook de politie en de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) betrokken bij de aanpak van dierenverwaarlozing en dierenmishandeling.
Veel meldingen van burgers
In het jaarverslag is te lezen dat ongeveer 80 procent van de meldingen over dierverwaarlozing betrekking heeft op verwaarlozing van paarden, pony’s, schapen, ezels en runderen. De overige meldingen gaan onder andere over pluimvee en varkens.
Het grootste deel van deze meldingen is afkomstig van bezorgde burgers. Een klein deel (10 meldingen) kwam van erfbetreders, zoals de dierenarts en voerleverancier. De ervaring leert dat deze erfbetreders vaak op de hoogte zijn van dierverwaarlozing op een bedrijf.
Vertrouwensloket
In 2012 is convenant ‘signalering dierenverwaarlozing’ ondertekend door een brede vertegenwoordiging van bedrijven, banken en overheidsorganisaties. Samen met het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren richten de erfbetreders zich op preventie, tijdige signalering en het bieden van hulp. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt de NVWA ingeschakeld.
Jaarlijks krijgt het Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren ongeveer 45 meldingen van erfbetreders. In 2014 kwamen hiervan 10 zaken bij de NVWA terecht. Dit aantal is volgens NVWA relatief laag, mede gelet op het aantal verwaarlozingszaken dat de NVWA in haar reguliere toezicht tegenkomt en het totaal aantal meldingen van burgers.