Pluimveeweb: GD vond op meerdere bedrijven antistoffen vogelgriep in 2015

23-10-2015

Deventer, vrijdag 23 oktober 2015
De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) vond het eerste halfjaar van 2015 op meerdere pluimveebedrijven antistoffen van vogelgriep. Dat betekent dat de kippen op die bedrijven ooit in aanraking zijn geweest met het virus maar zelf sterk genoeg bleken om hiervan te genezen en niet ernstig ziek van te worden.

In het tweede kwartaal bleek het bij twee bedrijven te gaan om antistoffen tegen respectievelijk H5 en H7 vogelgriep varianten, meldt de GD in haar nieuwsbrief. 

Op het bedrijf in Milheeze was het laagpathogene H5N2-virus nog aanwezig en zijn de dieren preventief geruimd om verdere verspreiding en mogelijke mutatie naar een hoogpathogeen virus te voorkomen. 

Onrustig 
Ook in de rest van Europa en in andere delen van de wereld blijft het onrustig op het gebied van vogelgriep. In de Verenigde Staten zijn de uitbraken met H5N8 en H5N2 sinds juli onder controle en komen er geen gevallen meer bij.

Wilde vogels spelen een belangrijke rol in het verspreiden van vogelgriep. De H5-variant van het virus dat de problemen in Engeland, Duitsland en in Nederland heeft gegeven, is hetzelfde als bij de uitbraken in de Verenigde Staten. Deze variant is met wilde trekvogels de wereld overgegaan. 

Hygiëne 
Gezien de situatie in de wereld en de aanwezigheid van het vogelgriepvirus in wilde (trek)vogels blijft extra aandacht voor hygiëne van belang. Aandacht voor het binnenslepen van het virus via materiaal, kleding of schoeisel moet worden voorkomen, waarschuwt de GD.

De GD geeft praktische tips in een hygiëneflyer. Extra zorg voor de bestrijding van ongedierte is tevens van belang. Ook deze dieren kunnen het virus de stal binnen brengen.

19 bedrijven positief
In 2014 vond de GD antistoffen van vogelgriep op 19 pluimveebedrijven. Dat betekent dat de kippen op die 19 bedrijven ooit in aanraking zijn geweest met het vogelgriepvirus maar zelf sterk genoeg bleken om hiervan te genezen en niet ernstig ziek van te worden.

Aangezien uitloopbedrijven ieder kwartaal onderzocht worden op vogelgriep, is de kans groot dat er op die bedrijven antistoffen van het virus gevonden worden. „Als er in een kwartaal antistoffen van vogelgriep worden gevonden op een pluimveebedrijf dan worden die antistoffen een kwartaal later meestal ook gevonden”, zegt pluimvee dierenarts Jeanine Wiegel van de GD. 

„Als er alleen antistoffen worden aangetoond, maar geen virus, maakt de overheid de afweging of het noodzakelijk is om actie te ondernemen. Als er geen virus aanwezig is en de NVWA besluit dat het (bemsettings)risico voor de omgeving laag is, kan besloten worden niet te ruimen”, legt Wiegel uit.

Tekst:Tom Schotman & Gezondheidsdienst voor Dieren

 
 

Inloggen op de ledenportal