Boerderij: Eierhandel laat nieuwe notering 'op zich af komen'

Eierhandelaren zijn terughoudend met hun mening over de nieuwe NOP-richtprijs 2.0 voor eieren die vrijdag 1 april voor het eerst is gepubliceerd. Ze willen de nieuwe richtprijs eerst even aankijken. Erop inkopen zullen ze voorlopig niet doen.

Anevei vindt nieuwe eiernotering 'overbodig'

De reacties van individuele eierhandelaren komt overeen met die van hun voorman, Anevei-voorzitter Hubert Andela, die eerder zei dat een nieuwe eiernotering overbodig is. Van Zetten onderschrijft dat. "We hebben een goede en betrouwbare notering. Voor mij is er geen noodzaak voor een nieuwe.'' Omdat handelaren niet precies weten hoe die nieuwe NOP-notering eruit gaat zien, onthouden zij zich van inhoudelijk commentaar.

LTO/NOP kondigde vorige week een nieuwe richtprijs aan. De aanleiding is dat de gegevens die worden gebruikt als input voor de NOP-richtprijs al geruime tijd zijn achtergebleven bij de marktontwikkelingen. En dat structurele toeslagen op de notering de aan de pluimveehouder uitbetaalde prijzen op niveau hebben gehouden.

De NOP-richtprijs 2.0 zal op een 'fors hoger niveau' liggen dan de bestaande. Daardoor zullen op de nieuwe richtprijs toeslagen niet meer nodig zijn, aldus de NOP. Daarmee wordt de NOP-richtprijs een notering franco pakstation, zoals deze oorspronkelijk was opgezet.

De eerste notering van richtprijs 2.0 op 1 april was gemiddeld over alle gewichtsklassen voor witte scharreleieren 56 cent en voor bruine scharreleieren 70 cent hoger dan de bestaande richtprijs.

Twee noteringen bestaan een jaar naast elkaar

Naast NOP-richtprijs 2.0 zal maximaal een jaar ook de bestaande NOP-richtprijs worden gepubliceerd. Zo hebben eierhandelaren en pluimveehouders gelegenheid om lopende overeenkomsten om te zetten naar een nieuwe op basis van richtprijs 2.0. Daarvoor is het nodig het verschil tussen beide noteringen te leren kennen. John Kwetters: "De nieuwe notering zal vertrouwen moeten krijgen. Dan zullen wij erop gaan inkopen.'' Van Zetten: "De nieuwe notering moet beide partijen recht doen: pakstation en pluimveehouder.''
Jan J. van Raaij, eierhandelaar in Woudenberg (U.), gaat eerst verder met de oude notering en misschien over een aantal maanden, als hij het verschil kent, overeenkomsten voor lopende koppels omzetten. Een jaar vindt hij wel lang. "Een halfjaar is lang genoeg.''
Petro Boon, inkoopdirecteur van eierhandel Gebr. van Beek in Wehl (Gld.), vindt het juist goed dat de NOP-beide noteringen gedurende een jaar naast elkaar publiceert. Zodat eierhandel en pluimveehouders weten of er seizoeneffecten zijn, die het verschil tussen bestaande richtprijs en richtprijs 2.0 beïnvloeden. "Op korte termijn zullen we er geen eieren op inkopen. We moeten er eerst een gevoel bij krijgen.''

Correctiefactoren aangepast

De NOP-richtprijs 2.0 is er alleen voor witte en bruine scharreleieren. Dat die hoger is dan de bestaande richtprijs komt door de aanpassing van enkele correctiefactoren op de (buitenlandse) noteringen die als basis dienen van de NOP-richtprijs. Daarnaast wordt bij de NOP-richtprijs 2.0 voor bruine scharreleieren de Barneveld-notering meegenomen als extra input. Eierhandelaar Van Zetten verbaast zich daarover: "Die notering voegt niets toe.'' Vanwege de beperkte omvang van de Barneveldse eiermarkt, blinkt deze notering niet uit in representativiteit, vindt hij.
Bij de bestaande NOP-notering voor kooi-eieren vervalt vanaf 1 april het onderscheid tussen wit en bruin en wordt nog slechts één kooi-eiprijs bekendgemaakt.

Van Zetten vindt het jammer dat niet tegelijk ook de basis voor de NOP-richtprijs is aangepast. Door te stellen dat het een notering is voor eieren die voldoen aan allerlei kwaliteitskenmerken, zoals IKB, KAT, VLOG (GMO-vrij) hennen met onbehandelde snavels. Want de plus op de notering is in de loop der jaren ontstaan vooral voor die 'toeters en bellen'. Van Zetten verwacht dat voor die kwaliteitseisen, net als bij de huidige richtprijs, plussen worden gegeven. En daar wil de NOP nu juist vanaf.