Erfbetreders van de kuikenbroeders en opfokorganisaties gaan de uitvalgegevens van de afgesloten legkoppels in de periode van 1 januari 2015 tot en met 30 juni 2017 bij de pluimveehouders verzamelen. Naast uitval worden nog maar enkele gegevens meegenomen zoals kleur van de hen en een grove indeling van het staltype.
Gegevens niet te herleiden tot bedrijf
De gegevens van de koppels die de voorlichters gaan verzamelen, kunnen binnen 10 minuten opgevraagd worden bij de pluimveehouder en in het monitoringssysteem ingevoerd worden. Broederijen kunnen de gegevens onder nummer inbrengen in het monitoringssysteem en zijn hierdoor niet te herleiden tot een individueel bedrijf.
De snavelmonitoring gaat hiermee verder in de breedte en niet meer in de diepte, geeft Jan Vroegindeweij, voorzitter van de stuurgroep Ingrepen, aan. Vroegindeweij verwacht door deze eenvoudige monitoring dat 80 procent van alle koppels meegenomen kunnen worden.
Voor einde 2017 analyse beschikbaar
Voor het einde van 2017 is er dan een duidelijke analyse voorhanden voor een evaluatie met het ministerie van Economische Zaken. De sector kan verder in gesprek gaan over het te volgen beleid inzake het verbod op snavelbehandelingen per september 2018.
De stuurgroep Ingrepen had in maart dit jaar de monitoring stilgelegd omdat de verzameling en de invoer van de eerste protocollen meer dan 3 uur in beslag namen.
De deelname is vrijwillig, maar Vroegindeweij geeft aan dat het in belang van de sector is dat zoveel mogelijk pluimveehouders meedoen.