Om de uitstoot van fijn stof en endotoxine uit veebedrijven terug te dringen, zijn op korte termijn technische maatregelen voorhanden. Dat concluderen onderzoekers van Wageningen UR. Op lange termijn moeten stalontwerpen op de schop.
De luchtkwaliteit moet aangepakt worden, heeft het kabinet geconstateerd naar aanleiding van het rapport Veehouderij en Gezondheid Omwonenden. Daarin wordt geconcludeerd dat het wonen nabij een veebedrijf zowel negatieve als positieve effecten heeft op de volksgezondheid. De veehouderij neemt al allerlei maatregelen om de emissies uit stallen te beperken, maar vooral op het gebied van fijn stof (met daarin endotoxinen, ontstekingsbevorderende delen van bacteriën) zou dit niet voldoen. Het is onontkoombaar dat ook wordt gekeken naar bestaande bedrijven om de luchtkwaliteit te verbeteren, vindt Martijn van Dam, staatssecretaris van Economische Zaken.
Nieuw stalontwerp reduceert fijn stof
Onderzoekers van Wageningen Livestock Research bekeken in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu al welke maatregelen er nu beschikbaar zijn en wat er op korte termijn ontwikkeld kan worden om stalemissies verder te beperken.
"Het meest ideale zou een nieuw stalontwerp zijn", zegt Albert Winkel, die onderzoek deed naar potentiële additionele maatregelen. Dit nieuwe ontwerp zou aspecten als dierenwelzijn, emissies en werkcomfort van de ondernemer zelf integraal moeten meenemen.
Winkel toont een ontwerp van een legpluimveestal waarbij in het middelste deel van de stal het huisvestingssysteem staat, zonder strooisel, met aparte strooiselruimtes langs de stal zodat de hennen daar kunnen scharrelen en stofbaden. Juist stofbaden zorgt voor een toename van fijn stof. Het ontwerp moet nog concreet worden uitgewerkt, maar Winkel is optimistisch over het feit dat dergelijke stallen op korte termijn zijn te realiseren. Het is echter geen oplossing voor het overgrote deel van de veehouderij in de nabije toekomst. Daarvoor moeten technische maatregelen binnen bestaande stalsystemen soelaas bieden.
Focus ligt op pluimveebedrijven
De overheid focust nu vooral op pluimveebedrijven, die de meeste fijn stof uitstoten. Waar in andere sectoren de emissies de afgelopen jaren omlaag zijn gegaan, is bij pluimvee de emissie juist toegenomen ten opzichte van een aantal jaren geleden. "Met name bij leghennen is de emissie fors gestegen", zegt Winkel. Niet toevallig hangt dat samen met de opkomst van diervriendelijkere huisvesting.
Tussen de fijnstofuitstoot van hennen in kooihuisvesting en in een scharrel- of volièresysteem kan volgens Winkel een factor 10 zitten. Toen deze nieuwe vormen van huisvesting een aantal jaren geleden werden geïntroduceerd, was er nog weinig aandacht voor fijnstofproblematiek. "Er was destijds wel aandacht voor de arbeidsomstandigheden in de stal, maar emissie van stof naar buiten was niet echt een issue", vertelt Nico Ogink, die als onderzoeker betrokken is bij emissiemetingen van fijn stof en endotoxines. "Fijn stof was toen niet zo in beeld." Terug naar de kooi is geen mogelijkheid, denkt Winkel, en maatschappelijk gezien niet haalbaar. "We moeten naar iets wat er tussenin ligt qua effecten, maar dat duurt een tijdje."
Technische oplossing verbetert luchtkwaliteit
De onderzoekers hebben daarom gekeken naar technische oplossingen in de stallen om op termijn effect te sorteren. Deze oplossingen zijn onderverdeeld in bronmaatregelen, die in de stal effect hebben op de luchtkwaliteit, en in 'end of pipe'-oplossingen, die de kwaliteit van de uitgestoten lucht verbeteren. Deze bronmaatregelen hebben als voordeel dat ze ook de luchtkwaliteit voor de ondernemer en dieren verbeteren.
Effectieve maatregelen in de stal zijn onder meer ionisatie of het druppelen van koolzaadolie op strooisel. Het zijn echter technieken die in de praktijk nog weinig worden toegepast.
In pluimveestallen worden nu voornamelijk warmtewisselaars (in vleeskuikenstallen) en mestdroogtunnels (in legpluimveestallen) ingezet. Deze maatregelen genieten bij veel pluimveehouders de voorkeur omdat ze ook economisch wat opleveren. Een warmtewisselaar bespaart op stookkosten, een droogtunnel zorgt voor lagere mestafzetkosten. Mestdroogtunnels zorgen daarbij wel voor een nieuw probleem: de huidige typen droogtunnels kennen een forse toename van ammoniak- en geuruitstoot.
Ioniseren lucht is goedkoop met betere opbrengst
Ionisatie van de lucht (via een ESP, elektrostatische precipitator) die uit de stal komt wordt gezien als veelbelovende 'end of pipe'-oplossing voor de reductie van fijn stof van pluimvee en varkens. Het is een techniek die in de industrie veel wordt ingezet, relatief goedkoop is, en waarmee hoge rendementen behaald kunnen worden. In de industrie wordt daarmee de fijnstofemissie met ruim 90% gereduceerd. Deze techniek staat nu nog als 'ionisatiefilter' op de lijst 'Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij' met een reductiepercentage van 57. Na doorontwikkelen kan dat percentage veel hoger liggen gezien de resultaten die in andere sectoren zijn behaald.
Het zijn vooral voorlopige oplossingen. Uiteindelijk zijn op de lange termijn additionele stalmaatregelen niet de echte oplossingen voor de veehouderij, vindt Ogink. Als extra maatregelen genomen moeten worden bij bestaande stallen rijst de vraag of die stalontwerpen wel voldoen. "De integraliteit van een oplossing is ontzettend belangrijk."