De wereld komt dit seizoen bijna om in het graan door een recordoogst aan tarwe en mais.
Ook de voorraden aan het eind van dit seizoen 2016-'17 bereiken een niet eerder geziene hoeveelheid. De verhouding tussen eindvoorraad en het jaarlijkse verbruik bereikt een recordhoogte. Dat is slecht nieuws voor de telers, want grote voorraden drukken de prijzen omdat die tegenvallende oogsten opvangen.
Wereldtarweproductie van 743 miljoen ton
Het Amerikaanse ministerie van landbouw USDA publiceerde vrijdagavond de laatste Wasde-prognose met schattingen van wereldwijde productie en verbruik van agrarische grondstoffen. Het USDA gaat nu uit van een wereldtarweproductie van 743 miljoen ton. Dat is 5 miljoen ton meer dan in de juli-prognose en 9 miljoen ton meer dan vorig seizoen. De wereldmaisoogst wordt nu 18 miljoen ton groter ingeschat dan een maand eerder en komt op 1.028 miljoen ton. Vooral de akkerbouwers in de Verenigde Staten gaan straks ongekend veel mais van het land halen, verwacht het USDA.
Prijsdruk soja lager
Ook bij sojabonen verhoogt het USDA de oogstprognose en wel naar 330 miljoen ton. Dat is 4,5 miljoen ton meer dan in juli en 18 miljoen ton meer dan vorig seizoen. Bij sojabonen is het verbruik in 2016-'17 echter vrijwel net zo hoog als de productie. Daarom is de prijsdruk bij soja kleiner dan bij tarwe en mais.
Enorme wereldvoorraden
Bij sojabonen kan de wereldeindvoorraad in 2016/2017 volgens de laatste schatting van het USDA 21,6% dekken van het jaarlijkse verbruik. Dat is wel eens hoger geweest (26% in 2014-'15). Bij mais bedraagt deze stocks-to-use-ratio dit seizoen 21,7%, de één na hoogste ooit. Alleen vorig seizoen was de voorraad iets ruimer met 21,8%. Bij tarwe is de eindvoorraad groot genoeg om 34,5% van het jaarverbruik te dekken. Dat is nog nooit zo hoog geweest.