Boerderij: LTO gaat op de schop26-08-2016
De LTO organisaties gaan drastisch reorganiseren. Onder de paraplu van een groter landelijk apparaat krijgen de landelijke vakgroepen meer bevoegdheden en speelruimte. De regionale LTO’s (LTO Noord, ZLTO en LLTB) worden kleiner en gaan zich richten op zaken die in de regio en direct rond het boerenerf spelen. Forse investering LTO werkt nu volgens een tweedeling plant-dier. Dat wordt een driedeling. Multifunctionele landbouw komt er nog bij, al moet daar nog een prettiger benaming voor gevonden worden, zegt Maat. De bestaande vakgroepen blijven bestaan. Deze sectorale organisaties krijgen veel ruimte om hun eigen zaken te regelen en eigen standpunten in te nemen. Maat: ‘Waar mogelijk beslissen ze zelf. Daarna komt afstemming met andere sectoren.’ Positie varkenshouderij nog onduidelijk De modernisering is volgens Maat nodig om een krachtig boerengeluid te kunnen laten klinken, ook internationaal en binnen de keten. Tegelijk wil hij korte lijnen met de leden. Als voorbeeld van hoe dat kan werken noemt hij de uitzonderingspositie in de wet-Asscher in verband met flexwerk die LTO voor de landbouw wist te regelen. Als voorbeeld van hoe het niet moet, noemt Maat de discussie over de fosfaatrechten. ‘Zo moet het niet weer.’ Hij doelt op de tegenstelling extensief-intensief, die leek samen te vallen met de scheiding Noord-Zuid. Dat was een schijntegenstelling. Maat: ‘Voortaan gaan we niet meer volgens regionale, maar volgens inhoudelijke lijnen discussiëren. Dus binnen sectoren, niet binnen regio’s. Dat is de les uit de fosfaatrechten.’ Meer samenwerken met agribusiness De leden blijven lid van hun regionale organisatie. In hoeverre er een contributieverhoging nodig is om deze investering te bekostigen, kan Maat nog niet zeggen. De huidige sectorbestuurders stellen hun portefeuille ter discussie. De opvolging van de landelijk voorzitter zelf is zo goed als rond, Maat kondigt aan dat ‘de komende weken’ bekend wordt wie dat wordt. Reacties regionale voorzitters |