Boerderij: 'Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn met vogelgriep'

Pluimveehouders met vrije uitloop moeten hun hennen voorlopig binnen houden. Ook Raymond Veldhuizen is met de ophokplicht geconfronteerd. Prima dat deze maatregel is afgekondigd, zegt hij. Het vogelgriepvirus waart rond. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn.

 

Hij is er tamelijk nuchter onder. Het ministerie verplicht hem om zijn 36.000 biologische leghennen binnen te houden en daar heeft hij helemaal geen moeite mee. Sterker nog, hij juicht de maatregel toe. Je kunt als pluimveehouder deze dagen namelijk niet voorzichtig genoeg zijn. Of de ophokplicht helpt? Hij twijfelt. Toch is het goed om de kippen een tijd binnen te houden, zegt hij. Want je weet maar nooit.

Ophokplicht ingesteld

Veldhuizen (23) heeft samen met zijn vader een biologisch leghennen- en geitenbedrijf in het Utrechtse Maarsbergen. De hennen bevinden zich op twee locaties. Vorige week woensdagavond – hij was nog in de stal – ontving hij een bericht op zijn telefoon van zijn voerleverancier. De hennen mogen niet meer naar buiten, was de strekking.

Hij vreesde even dat in Nederland het virus op een pluimveebedrijf was geconstateerd. Later op de avond bleek dat het meeviel. Er was sprake van een preventieve maatregel om erger onheil te voorkomen. Gelukkig maar.

Maatregelen treffen

Normaal gesproken zouden zijn hennen de volgende dag rond 10 uur weer naar buiten gaan. Deze keer bleven de kleppen dicht. Dat gaf natuurlijk enige onrust in de stal. De hennen wilden naar buiten, net zoals altijd. Maar ach, na een paar dagen waren ze wel gewend aan de nieuwe situatie. Ze zijn wel even van de leg, lacht hij. Nee hoor, er is geen ei minder gelegd.

Onmiddellijk heeft Veldhuizen ontsmettingsmatten neergelegd en zijn medewerkers geïnstrueerd. Onder geen beding met dezelfde overall en laarzen van de ene naar de andere stal. Hij zorgt ervoor dat de matten elke dag met nieuw ontsmettingsmiddel worden aangevuld. De recente richtlijn vanuit Den Haag om geen bezoekers in zijn stallen toe te laten, accepteert hij als een gegeven. Alleen de dierenarts mag nog naar binnen, heeft hij gehoord. Prima, helemaal goed.

Vogelgriep in 2014

Eind 2014 zijn enkele pluimveebedrijven in het westen van het land geruimd. Hij herinnert zich dat nog goed. Onmiddellijk is het land toen in rayons ingedeeld. Het vervoer van eieren, voer en hennen werd aan strenge regels gebonden. Geen wagen mocht van het ene naar het andere bedrijf rijden. Gelukkig is het nu nog niet zover, zegt Veldhuizen.

De huidige situatie neemt hij als gegeven aan. Wat hij zorgwekkend vindt, is dat het vogelgriepvirus steeds weer in Europa opduikt. Het virus hangt als het spreekwoordelijke zwaard van Damocles boven de sector. Bijna elk jaar worden wel dode vogels gevonden met het hoogpathogene vogelgriepvirus. Nu zijn weer pluimveebedrijven in Duitsland geruimd. Het komt dichtbij.

Biologisch wordt tijdelijk gangbaar

Veldhuizen is er volstrekt helder over: als pluimveehouder wil hij er alles aan doen om te voorkomen dat hijzelf de oorzaak is van de eventuele verspreiding van het virus. Dat zou niet alleen dramatische gevolgen hebben voor hemzelf, maar ook voor zijn collega’s in de buurt. Hij moet er niet aan denken. Dat zou hij zichzelf nooit vergeven.

Hij mag zijn eieren gewoon als biologisch blijven afzetten. Zijn keurmerk komt niet in gevaar. Gelukkig maar, zegt hij, want als hij zijn eieren in het gangbare circuit zou moeten verkopen, zou dat 9 cent per ei minder opbrengen. Dat zou hem duizenden euro’s per dag kosten.

Preventief inenten?

Het afkondigen van de ophokplicht kan de indruk geven dat vrije uitloop van pluimvee een groot risico vormt. Volgens Veldhuizen is dat niet bewezen. Hij wijst op ruimingen in het verleden. Daar zaten bedrijven tussen waar de kippen nooit buiten kwamen.

Tja, er wordt weleens geopperd om alle hennen van bedrijven met vrije uitloop te enten met markervaccins. Veldhuizen twijfelt, hij vindt zichzelf onvoldoende deskundig om hierover uitspraken te doen. Er zijn verschillende vogelgriepvirussen, steeds duikt er een nieuwe op. Of je met enten het probleem definitief kunt oplossen? Misschien moet de sector ermee leren leven, zegt hij. Hij houdt zich aan de hygiëneregels, zijn hennen blijven binnen. Wat kan hij nog meer?