Boerderij: Ondanks negatieve testen toch vogelgriep

05-12-2016
Twee eendenbedrijven in Biddinghuizen bleken enkele dagen na negatieve monsterresultaten op vogelgriep toch besmet.

Op twee vleeseendenbedrijven in Biddinghuizen werd afgelopen donderdag het hoogpathogene vogelgriepvirus H5N8 vastgesteld. Beide bedrijven waren in het kader van de screening in de driekilometerzone van het eerst besmette bedrijf nog geen week eerder bemonsterd. Toen werd geen vogelgriep aangetoond. Daar kunnen twee verklaringen voor zijn. Of het virus was al wel aanwezig, maar werd niet aangetoond, of het virus is na de monstername op het bedrijf geïntroduceerd. In dat laatste geval zou het virus al in een vroeg stadium zijn gevonden, mogelijk gezien de staat van paraatheid die al heerste vanwege de eerste uitbraak.

Incubatieperiode van enkele dagen

Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) – dat de monsters onderzoekt – achten echter, hoewel dat niet met zekerheid te stellen valt, de meest waarschijnlijke verklaring dat het virus nog niet zo lang voor de screening geïntroduceerd was op de bedrijven. Na introductie van het virus is er sprake van een incubatieperiode van enkele dagen, waarin de dieren nog geen verschijnselen vertonen, maar wel besmettelijk zijn voor anderen. Wanneer in die periode steekproefsgewijs een aantal dieren wordt bemonsterd, is de kans aanwezig dat hier geen zieke dieren bij zitten, maar het virus wel degelijk aanwezig is in de stal.

Twintig dieren bemonsterd per stal

In de regel worden twintig dieren bemonsterd per stal, onafhankelijk van het aantal dieren daarin, aldus WBVR. Van deze dieren worden met wattenstaafjes monsters van de keel en cloaca genomen (swabs), die in Lelystad bij het WBVR getest worden op de aanwezigheid van het virus met behulp van een PCR-test. Die testen zijn in hoge mate gevoelig en specifiek, en leveren daarmee een zeer nauwkeurig resultaat op, volgens het WBVR. Diersoort maakt daarbij geen verschil voor de betrouwbaarheid van het eindresultaat.

Wanneer er zieke dieren zijn, kunnen deze specifiek bemonsterd worden en is de kans bijna 100% dat het vogelgriep wordt aangetoond, mits dit de veroorzaker is van de symptomen, volgens de Wageningse onderzoekers.

Minder verschijnselen bij eenden

Wanneer het pluimvee echter nog geen klinische verschijnselen vertoont (en van eenden is bekend dat deze minder verschijnselen hebben bij vogelgriep), worden de twintig dieren willekeurig uitgekozen. De laatst twee getroffen bedrijven in Biddinghuizen hielden beiden zo’n 8.500 vleeseenden. Negatieve resultaten zeggen dan niet dat er geen vogelgriep aanwezig is. Ook bij negatieve screenings-resultaten blijft het zaak alert te blijven op ziekteverschijnselen in een koppel.

Lees meer over vogelgriep in het dossier
 
 
 

Inloggen op de ledenportal