De pluimveesector kan nog een flinke rekening tegemoet zien van de bestrijdingskosten van vogelgriep. Het geld is op, terwijl de kosten met iedere uitbraak verder oplopen.
Zo’n € 3 tot € 4 miljoen heeft de bestrijding van vogelgriep op de eerste zeven pluimveebedrijven gekost. Dat schat Wageningen Economic Research op basis van een berekening van de bestrijdingskosten. Die bestrijdingskosten worden vooralsnog voorgeschoten door het ministerie van Economische Zaken. De kosten bestaan uit een vergoeding voor geruimde pluimveebedrijven en de kosten van de ruiming (waaronder organisatie, ruimingen en destructie). Het bedrag loopt verder op met de twee meest recente uitbraken in Zuid-Holland, die hierin nog niet zijn meegerekend.
Kosten lopen in de miljoenen
Duidelijk is dat de kosten van deze vogelgriepuitbraak in de miljoenen zullen lopen. Het zijn kosten die uiteindelijk grotendeels voor rekening van de pluimveesector komen, daarvoor is getekend. Geld hiervoor wordt opgehaald via de heffing voor het Diergezondheidsfonds. Het crisispotje is echter leeg. Met de vorige uitbraken van hoogpathogene vogelgriep, twee jaar geleden, zijn de reserves uitgeput. De kosten bedroegen toen ruim € 10 miljoen. Hiervan is € 1,1 miljoen teruggekomen via een bijdrage van de Europese Unie. Verder zijn de nog aanwezige reserves uit de tijd van het productschap opgesoupeerd.
Nog geen nieuwe reserves opgebouwd
Nieuwe reserves zijn nog niet opgebouwd. In de heffing voor het Diergezondheidsfonds wordt op dit moment niet geheven voor nieuwe crisisreserves. Dat heeft te maken met de overgang van het Diergezondheidsfonds van het productschap naar de overheid. De heffingen zijn hierbij onder de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren geschoven. Binnen deze wet is het echter niet mogelijk te heffen voor crisisreserves. Een wetswijziging die dit mogelijk zou moeten maken is onderweg, maar zal op zijn vroegst op 1 januari 2018 ingaan.
DGF-heffingen fors hoger
Geld dat via de DGF-heffingen in 2015 en 2016 is opgehaald, gaat grotendeels op aan jaarlijkse kosten als basismonitoring, bestrijding van salmonella en mycoplasma, en zogeheten waakvlamcontacten met bedrijven die voor noodsituaties stand-by staan.
Het betekent dat de pluimveesector vanaf 2018 nog een flinke rekening tegemoet kan zien. De DGF-heffingen zullen flink omhoog moeten om, naast de jaarlijkse kosten, de huidige schuld te kunnen vereffenen én nieuwe reserves op te bouwen.
De af te betalen schuld zal bij nieuwe uitbraken oplopen en zal linksom of rechtsom worden verhaald.
Vogelgriep jaarlijks terugkerend fenomeen
Des te zorgelijker zijn in dat licht de uitspraken van Wageningen Bioveterinary Research dat Nederland zich erop moet voorbereiden dat vogelgriep wel eens een jaarlijks terugkerend fenomeen kan worden. De pluimveesector heeft getekend voor een plafondbedrag van € 45 miljoen in de periode van 2015 tot en met 2019. Tot dit plafondbedrag zijn alle bestrijdingskosten van hoogpathogene vogelgriep voor rekening van de pluimveesector, daarboven betaalt de overheid. In theorie kan de rekening dus nog fors oplopen. Bestrijding vindt op dit moment plaats op de pof. De af te betalen schuld zal bij nieuwe uitbraken tot het einde van de DGF-convenantsperiode, eind 2019, oplopen en zal linksom of rechtsom worden verhaald.