Vogelgriep wordt niet door wilde vogels overgebracht op pluimvee, maar omgekeerd van pluimvee op wilde vogels. Dat is de overtuiging van de Duitse ornitholoog Josef H. Reichholf. De griepvirussen komen volgens hem via de mest op het land en via het voer weer terug in de stal.
De gangbare visie op de oorzaak van vogelgriep is dat de virussen zijn overgebracht door trekvogels uit Siberië en Mongolië. Niet iedereen ziet dat echter zo. De Duitse ornitholoog Josef H. Reichholf, hoogleraar aan de TU van München, vindt de gangbare visie uiterst onwaarschijnlijk. Vogels trekken voor hun overwintering nauwelijks van Centraal-Azië naar West-Europa.
Een aantal Duitse media hebben de visie van Reichholf geventileerd, waaronder het bekende magazine Der Spiegel. Tegen dit blad zegt hij onder meer: “De vogels komen dus uit gebieden waar van vogelgriep geen sprake is. De vogeltrek in de herfst en de vroege winter verloopt op het noordelijke halfrond bijna uitsluitend naar het zuiden, niet van het oosten naar het westen.” De eenden, ganzen en zwanen die in onze streken besmet blijken te zijn met H5N8 of een ander griepvirus komen daarom uit het noorden van Scandinavië en Noordwest-Rusland.
‘Zieke vogels overleven zo’n trektocht niet’
De route van Oost-Azië naar Europa zou volgens Reichholf betekenen dat de vogels een trek moeten maken van duizenden kilometers. Besmette en dus zieke vogels zouden zo’n tocht praktisch niet overleven. Tegen deze achtergrond is het onwaarschijnlijk dat de trekvogels de virussen overbrengen op pluimvee en is eerder het omgekeerde het geval, namelijk dat het pluimvee de trekvogels besmet. Dit ongeacht het feit dat het meeste commerciële pluimvee al opgehokt was, voordat de virussen afgelopen november de kop opstaken. De ziektekiemen waren dus volgens Reichholf bij voorbaat aanwezig in de stallen.
Opgehokt en toch andere vogels besmetten
Blijft de vraag hoe opgehokt pluimvee trekvogels kan besmetten. Reichholf in Der Spiegel: “In de late herfst wordt in grote omvang mest en drijfmest op de akkers uitgebracht. Veel spreekt ervoor dat de virussen langs die weg naar buiten zijn gekomen. Kraaien bijvoorbeeld, die op de velden naar voer zoeken, zouden de kiemen dan naar oppervlaktewater in de buurt hebben overgebracht, waardoor uiteindelijk wilde eenden en zwanen besmet zijn geraakt.” De kraaien zelf blijven buiten schot omdat ze door een hogere lichaamstemperatuur beter bestand zijn tegen vogelgriep, aldus de ornitholoog.
Veevoer onderzoeken
Een andere vraag is hoe de oorspronkelijke virussen in de stallen zijn gekomen. Dat ligt naar Reichholfs idee aan veevoer. Dat is een globaal product en dat zou kunnen verklaren waarom de vogelgriep bijna gelijktijdig in Oost-Azië en Europa is uitgebroken. De vogelwetenschapper pleit er daarom voor dat voer intensief op ziekteverwekkers wordt onderzocht, iets wat tot dusver naar zijn mening niet gebeurt.