Boerderij: Lastige tijden voor de graanhandel13-02-2017
De grote agrarische handelshuizen zijn volop in verandering. Lagere en minder beweeglijke prijzen maken het lastig geld te verdienen. Bedrijven als Cargill en ADM verkopen daarom minder renderende onderdelen en investeren juist in activiteiten dieper in de verwerking, waar nog marge zit. De wereldwijde handel in graan en oliezaden wordt gedomineerd door ADM, Bunge, Cargill en (Louis) Dreyfus. De zogeheten ABCD-groep heeft circa 70% van de markt in handen. Het zijn conglomeraten die niet alleen met agrarische grondstoffen schuiven, maar deze ook deels verwerken tot bijvoorbeeld meel, veevoer of ethanol. De totale omzet van de bedrijven overstijgt $ 200 miljard. Omdat marges dun zijn, is schaalgrootte al decennia het devies. Maar de laatste jaren is de markt fundamenteel veranderd. Enkele jaren op rij is de wereldwijde oogst van granen aanmerkelijk groter dan de wereldwijde consumptie. Voorraden zijn groot en houden prijzen relatief laag. Om dit te illustreren: de laatste vier jaar is de voorraad tarwe en mais met meer dan een derde gegroeid. Bij lage prijzen valt minder te verdienen en houden boeren product langer vast. Minder prijsschommelingen Voor de handelsbedrijven vertalen deze ontwikkelingen zich in aanhoudende druk op resultaten. Cargill is met afstand de grootste speler in de markt. Het bedrijf kreeg van de familie achter het bedrijf de opdracht flink te reorganiseren. Het bedrijf verkocht onder meer de industriële chocoladeproductie in Duitsland, een verzekeringsbedrijf en een staalmolen. Het bedrijf kon niet voorkomen dat het vorig jaar een zeldzaam kwartaalverlies boekte. Tweede verliesgevende kwartaal voor ADM Het Rotterdamse Louis Dreyfus boekte vorig jaar een klein verlies. Het bedrijf geeft extra obligaties uit om geld binnen te harken en verkoopt een belang in een Braziliaanse joint venture. De problemen zijn ook terug te zien bij de bedrijven die de laatste jaren hebben geprobeerd te knabbelen aan de macht van de ABCD-groep. Glencore, dat de agrarische handel ook vanaf de Rotterdamse kade doet, heeft verwachtingen fors bijgesteld. Datzelfde geldt voor het Chinese COFCO, dat enkele jaren geleden het Rotterdamse Nidera kocht. Dat laatste kostte, mede door enkele grote boekhoudschandalen bij de Rotterdammers, honderden miljoenen meer dan begroot. Het Japanse Marubeni kocht in 2012 de Amerikaanse graangigant Gavilon, maar is sindsdien vooral aan het reorganiseren. Optimisme over Trump |