Het is de intentie om vervolgens via een bodemprocedure volledige schadevergoeding te vragen, zegt advocaat Joyce Vogels-Rooijakkers van kantoor Linssen Woodrow De Ruijter Advocaten, die de pluimveehouders bijstaat. Over de hoogte van het gevraagde voorschot wil ze zich niet uitlaten. Via Brussel bestaat de mogelijkheid om compensatie aan te vragen voor door de maatregelen geleden schade. 50% moet dan door de lidstaten bijgedragen worden. Nederland doet hier tot zover niet aan mee.
Duidelijkheid gevraagd over criteria ophokplicht
De pluimveehouders vragen in het kort geding verder om duidelijkheid van de overheid over de criteria die deze aanhoudt bij het instellen, continueren en opheffen van de ophokplicht. Ze willen van de Staat weten welke belangen in deze beslissing worden meegewogen en welk gewicht er aan de verschillende belangen wordt toegekend. Indien de overheid hier geen informatie over verstrekt, willen ze dat de ophokplicht wordt opgeheven.
‘Investeringen in dierenwelzijn terugverdienen’
Maandag 10 april wordt de zaak mondeling behandeld in de rechtbank Den Haag. “De betrokken pluimveehouders hebben fors geïnvesteerd in het welzijn van hun dieren,” aldus Vogels-Rooijakkers. “De boeren geven om hun dieren en doen dit graag; echter, uit bedrijfseconomische overwegingen moeten de gedane investeringen uiteraard ook worden terugverdiend. Door het voortduren van de ophokplicht wordt hen dat onmogelijk gemaakt.”
Overschrijden twaalfwekentermijn
Vogels-Rooijakkers spreekt de vrees uit dat het in de toekomst vaker zal gebeuren dat de twaalfwekentermijn zal worden overschreden. Binnen die periode mogen de eieren van opgehokte vrije-uitloopkippen als vrije-uitloopei afgezet worden. “De pluimveehouders hebben er recht op om dan ook te weten welke criteria van belang zijn, zodat zij het risico voor hun bedrijven bij toekomstige uitbraken kunnen inschatten.”