Pluimveeweb: Van Dam wacht nog op onderbouwing vogelgriepschade

In Brussel ligt nog geld klaar om pluimveehouders te compenseren voor de schade door de lange ophokplicht. Maar dan moet de sector laten zien dat ze onevenredig hoge schade heeft geleden.

Dat vertelde staatssecretaris Van Dam in een debat met de Tweede Kamer. Het gaat om pluimveehouders met vrije uitloophennen die door de langdurige ophokplicht begin dit jaar hun eieren moesten afwaarderen tot scharrelstatus. Voor die pluimveehouders heeft landbouwcommissaris Phil Hogan geld gereserveerd om die schade te vergoeden. Voorwaarde daarbij is wel dat Nederland of de sector zelf de helft bijlegt.

Van Dam wil die Europese middelen enkel aanspreken als de sector kan laten zien dat de schade die ze geleden heeft, onevenredig hoog was en niet binnen het normale bedrijfsrisico valt. Hij wil geen belastinggeld uittrekken voor het compenseren van schade die binnen dat risico valt. Daarom verwacht hij dat de sectorvertegenwoordigers een financieel-economische onderbouwing kunnen overleggen, waaruit blikt dat de schade onevenredig hoog is geweest, voordat hij naar Brussel trekt.

Solidariteit
Jaco Geurts vroeg nog of de staatssecretaris bereid zou zijn naar Brussel te gaan als de sector zelf de vereiste helft bijlegt, zodat de Nederlandse belastingbetaler niet hoeft mee te betalen. Maar, stelde Van Dam, Brussels geld is ook belastinggeld. Daarnaast vroeg hij zich af of de solidariteit binnen de sector zo groot is dat alle pluimveehouders willen bijdragen aan compensatie van de getroffen vrije uitloopleghennenhouders.

Het Diergezondheidsfonds kan in dit geval ook niet worden aangesproken, want dat is er voor de directe kosten voor bestrijding en preventie van besmettelijke dierziekten. Dat principe loslaten zou betekenen dat alle ondernemers die ooit schade lijden in een crisis, aanspraak kunnen doen op dat fonds, en dat leidt tot hoge sectorbrede heffingen. Daar wil de staatssecretaris niet aan.

Tekst:Wim van Gruisen