Pluimveeweb: 'Sojavrij niet interessant voor pluimveevoer'

04-07-2017

Binnen nu en tien jaar voeren Nederlandse leghennenhouders nog niet massaal sojavrije voeders aan hun dieren omdat de prestaties dan achterblijven of de kosten van de sojavrije voeders te hoog zijn.

Dat verwacht onderzoeker Laura Star van de Schothorst Feed Research. Star doet namens de Schothorst al jaren onderzoek naar voeding bij legpluimvee. Ze vertelde dit woensdagavond 28 juni tijdens de Pluimveeweb thema-avond Voeding in het Brabantse Handel, waar ruim 65 bezoekers op afkwamen. In Nederland gaan we wellicht wel op grote schaal GMO-vrije soja gebruiken, verwacht Star.

De Schothorst deed proeven met voer waarin sojaschroot werd vervangen door raapzaadschroot en gedeeltelijk met zonnebloemzaadschroot en gedeeltelijk met raapzaadschroot. In de controle groep bestond de voersamenstelling voor 8,2 procent uit sojaschroot. De proeven werden gedaan bij Lohmann Brown Lite & Hy-Line Silver Brown leghennen in een volièresysteem van hun onderzoeksstal in Lelystad. De Schothorst hield de resultaten bij van 24 tot 40 weken leeftijd en van 41 tot 60 weken.

Slechtere resultaten

„In de controlegroep lag de gemiddelde voeropname van 24 tot 40 weken per hen op 121 gram per dag, vergeleken met 118 gram (raap) en 119 gram (raap en zonnebloem). Bovendien lag het legpercentage met 93,1 procent (raap) en 92,3 procent (raap en zonnebloem) ruim één en twee procent lager dan in de controlegroep (94,3 procent)”, vertelt Star.

„Ook het eigewicht was met 56,3 (raap) en 55,8 (raap en zonnebloem) veel lager dan in de controlegroep 56,8. De voederconversie van raap was met 2,25 iets lager dan de controlegroep 2,26. Die van raap en zonnebloem lag op 2,30.” Na 40 weken waren de resultaten nog slechter dan in de controlegroep. (zie afbeelding)

Sojavrij voeren gaat dus ten koste van de productieprestaties. Het vervangen van sojaschroot door andere eiwitrijke grondstoffen gaat ten koste van de voerprijs. Als voorbeeld had de Schothorst voeders samengesteld met erwten en aardappeleiwit als vervanger van sojaschroot. De voerprijs steeg daardoor met 2 tot 3 euro naar 25,24 en 26,32 euro per 100 kilo. Star verwacht daarom dat Nederlandse leghennenhouders binnen nu en tien jaar nog niet massaal sojavrije voeders aan hun dieren voeren.

Kansen voor insecten

Insecten hebben volgens Star potentie als alternatieve eiwitbron. Vooral de toepassing van black soldier fly larven is interessant omdat die makkelijk te produceren zijn. „Wetgeving staat het gebruik nu nog tegen. Aangezien insecten op afvalresten van voedsel (moeten) groeien, is de overheid bang dan de voedselveiligheid in het gedrang kan komen”, vertelt Star.

Maar er is hoop volgens haar. De EU heeft toegestemd het gebruik van insecten in aquacultuur toe te staan vanaf juli 2017. Bovendien mag insectenolie al wel gebruikt worden in pluimveevoer, evenals levende insecten (larven). „Een voordeel van insecten is dat grootschalige productie eenvoudig mogelijk is.”

Aeres Hogeschool Dronten start in haar nieuwe onderzoeksstal voor leghennen in september met een experiment met de black soldier fly. Ze laten de larven groeien onder de roosters op de mest van de hennen. Zo gauw ze volgroeid kruipen de larven naar boven en vallen ze in het scharrelgedeelte van de stal waardoor de hennen ze op kunnen pikken. Star is benieuwd naar de resultaten. Een aanwezige bezoeker is echter sceptisch. Hij verwacht dat er weerstand kan ontstaan tegen het voeren van levende insecten in verband met het dierwelzijn.

Diermeel

De Schothorst deed onlangs ook een proef met diermeel bij vleeskuikens. De resultaten waren veelbelovend. De voederconversie was met 1,378 (diermeel – varken) en 1,368 (diermeel – pluimvee) beter dan de controlegroep (1,391). Ook was de strooiselscore beter. „Diermeel is een mooi product, maar waarschijnlijk niet de toekomst omdat wetgeving het gebruik tegenhoudt.”

Star verwacht niet dat er minder pikkerij optreedt als diermeel weer gebruikt mag worden in leghennenvoer. „Hoewel sommige mensen in de sector dit beweren, kwam het uit onderzoek van Marinus van Krimpen van Wageningen UR niet naar voren.”

Star ziet wel kansen voor Europese sojateelt. Maar verwacht dat dit de eerste jaren vooral kleinschalig zal blijven. Een bezoeker merkte hierbij op dat we gewassen moeten telen in de gebieden waar ze het best groeien omdat dat het meest duurzaam is, ondanks het transport. Hij vindt dat we gewoon Zuid-Amerikaans soja kunnen blijven gebruiken in Nederlandse veevoeders.

 

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal