Pluimveeweb: Stijgende voerprijzen verwacht

Naar verwachting gaan de voerprijzen stijgen. Pluimveebedrijf Maatman werkt met een zogenaamd rekenvoer dat online is te volgen. Het rekenvoer maakt een voorspelling voor het komende jaar op basis van grondstofprijzen en een vaste samenstelling.

Pluimveehouders die het zich niet kunnen veroorloven om voor een vrije marktprijs te produceren of meer zekerheid willen, leggen vaak hun eierprijs vast voor een ronde. In euro’s per kilo eieren, of een vaste stuksprijs. „Produceren voor de vrije prijs [NOP-/-] is op dit moment erg aantrekkelijk, maar dat is lang niet altijd zo. We hebben ook tijden gekend dat de saldi behoorlijk lager waren”, zegt Jef Sloot van Pluimveebedrijf Maatman.

Rekenvoer
De trend is dat meer en meer pluimveehouders eierprijzen gaan vastleggen. „Dat snappen we maar dan adviseren we om ook voerprijzen vast te leggen. Het zou heel beroerd zijn om eieren voor 6,5 cent te leveren als voederprijzen naar 30 euro gaan. Dus de achterdeur op slot als de prijs voor eieren vast ligt”, zegt Jef Sloot.

Maatman Pluimvee koopt zelf voer voor haar opfok- en legbedrijven. Kennis en ervaring heeft het bedrijf ertoe aangezet om continue vooruit te blijven kijken naar de ontwikkeling van de voerprijzen. Daarvoor hebben ze een Maatman rekenvoer opgezet. Voerprijzen bepalen immers voor 70 procent de kostprijs van een ei en daarmee voor een groot deel het resultaat van een legpluimveebedrijf.

Jef Sloot: „Hoe doe je dat dan? Kan ik wat met LEI of moet ik anders kijken. Wij dachten daarbij aan een rekensom die het gewogen gemiddelde van grondstofprijzen weergeeft en daarbij extra kosten berekend voor het maken van het voer en het wegbrengen in volle vrachten binnen een redelijke afstand.” Jarenlang kon voer gekocht worden met een LEI clausule, bijvoorbeeld LEI-1 minus 2 euro. Dat is moeilijker geworden omdat LEI is gewijzigd en nu een non-GMO LEi is.

Uitgangspunten
Maatman heeft een Rekenvoer gemaakt, gebaseerd op grondstoffen: mais, tarwe, soja, zon, raap en kalksteen. Aangevuld met een concentraat van de voerfabriek. Een leg Fase 1 DD GMO. Een non GMO voer is € 1,- duurder.

De percentages blijven ongewijzigd omwille van het betrouwbare rekenkundige gemiddelde. Een voerfabriek optimaliseert natuurlijk binnen een samenstelling. Dat doet het Maatman rekenvoer niet. Op basis van de fictieve legvoersamenstelling berekent Maatman de gemiddelde kostprijs. “Het is een goede benadering. De locatie, bestelgrootte en bestelfrequentie beïnvloeden de prijs die een pluimveehouder moet betalen”, licht Jef toe.

Toch heeft het model wel degelijk waarde. Zeker op momenten dat wordt gedacht om voor langere tijd voeders te kopen. Er zijn voerfabrieken die uitsluitend op de dagprijs leveren, maar er zijn er ook die één gemiddelde prijs berekenen en dus een jaar lang voer voor een vaste prijs brengen. Er zijn variaties die dat weer per kwartaal berekenen en ook per kwartaal afrekenen, maar wel vastgelegd op moment X.

Stijgende voerprijs
Uit het model blijkt dat de voerprijs gaat stijgen. De grootste stijging wordt het eerste kwartaal van 2018 verwacht; € 0,51 hoger dan het vierde kwartaal van 2017. In het tweede kwartaal is de verwachting dat de legpluimveehouder € 0,08 meer betaalt voor het voer. In het derde kwartaal een stijging van € 0,17 en het vierde kwartaal 2018 € 0,05.

Jef Sloot: „Onze taak is natuurlijk niet voerprijzen maken. Wij willen met onze pluimveehouders meedenken en zorgen dat ze de zaken onder controle hebben zodat ze rendement kunnen maken.”

Op de site toont Maatman een overzicht met de gemiddelde voerprijs per kwartaal en een aanname  € 1,00 plus- de gemiddelde afwijking van de non-GMO variant ten opzicht van de LEI prijs F1.

Het rekenvoer wordt elke twee - drie weken geupdated afhankelijk van de stabiliteit van de markt. Bekijk hier het Maatman Rekenvoer.