Pluimveeweb: 'Nalatende NVWA verergerde fipronilcrisis'

29-11-2017

„Als de NVWA in november vorig jaar direct had ingegrepen waren twee van de drie gedupeerde pluimveehouders niet betrokken geraakt bij de fipronilcrisis.”

Dat stelde wethouder Aart de Kruijf van de gemeente Barneveld maandag 27 november tijdens zijn messcherpe analyse op het snelcongres fipronil in Utrecht. „De NVWA handelde volstrekt niet adequaat tijdens de fipronilcrisis”, constateert De Kruijf. „De NVWA dient als waakhond de voedselveiligheid te waarborgen. De NVWA had na de eerste signalen in november vorig jaar direct een onderzoek moeten starten. Dan had Chickfriend al in november haar deuren moeten sluiten en waren twee van de drie getroffen pluimveehouders niet betrokken geraakt in de fipronilcrisis, waardoor de schade voor de pluimveesector veel geringer was.” 

Mist boerenverstand
De NVWA had haar zaakjes niet op orde en specifieke kennis en risicobesef schoot te kort, vindt De Kruijf. „Ook wanneer slechts één stal besmet was met fipronil moesten leghennenhouders al hun eieren vernietigen. De NVWA had sneller een protocol op moeten stellen waardoor een leghennenhouder de eieren uit zijn schone stallen gewoon had kunnen leveren.” Bij uitbraken van vogelgriep zijn er volgens De Kruijf wel goede protocollen. Al gaat het daar ook over een zeer besmettelijke ziekte. 

De wethouder snapt niet waarom de NVWA voor mest dezelfde waardes hanteert als voor eieren. „Consumenten eten geen mest. Door soepelere waardes voor mest te hanteren, waren de afvoerkosten veel lager geweest. Maar in plaats van soepelere eisen te stellen voor mest, blijft de NVWA halsstarrig vasthouden aan deze strenge waarden. Dat snap ik niet.”

Emotioneel probleem
De ervaren wethouder maakte de hoogpathogene vogelgriep, MKZ en varkenspest mee. Maar hij trof nog nooit zulke emotionele veehouders als nu aan. „Getroffen pluimveehouders zijn gedesillusioneerd. Laat er geen misverstand over zijn; schadelijke stoffen horen niet in de voedselketen, maar de geringe hoeveelheden fipronil vormen geen direct gevaar voor de volksgezondheid. Ten tweede worden ze geconfronteerd met een halsstarrige NVWA, die praktische kennis lijkt te missen. Vervolgens is het erg lastig om de stallen fipronilvrij te krijgen en zitten pluimveehouders daardoor in onzekerheid. Tenslotte kost hen het onnodig veel geld, waardoor ze mogelijk hun bedrijf moeten sluiten”, zegt De Kruijf. 

Topman Rob van Lint van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) liet in september weten verbaast te zijn over naïviteit van pluimveehouders. „Bloedluis is al jaren heel moeilijk is te bestrijden. En dan gelooft de sector in een wondermiddeltje. Het was bovendien bekend dat het bedrijf Chickfriend gebruikmaakte van het middel Dega-16. Op de site van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden kun je gewoon zien dat, dat middel is verboden bij boerderijdieren. Met de wijsheid van nu hadden we anders geadviseerd in november 2016, toen de eerste tips over fipronil in pluimveestallen binnenkwamen”, stelt Van Lint.

De NVWA topman zegt daarmee dat ook de overheid naïef is geweest. Onderzoeksinstituut Wageningen UR, dat in het vorige kabinet onder het ministerie van Economische Zaken viel, liet hun stallen ook door Chickfriend behandelen tegen bloedluizen. 

Tekst:Tom Schotman

 
 

Inloggen op de ledenportal