Boerderij: Vizier op de toekomst na stalbrand én fipronil-crisis

21-01-2018
Na uitbraken van vogelgriep in 2003 en 2014 wordt het bedrijf van Pieter en Karina Franken in de zomer van 2017 getroffen door de fipronil-crisis. Kort daarna gaat hun etagestal met 43.000 hennen in vlammen op. De pluimveehouders vertellen open en eerlijk over de rampspoed.

“Wegstoppen heeft geen zin.” Praten over de gebeurtenissen helpt Pieter en Karina de gebeurtenissen een plek te geven en te verwerken. “Het is echt een nachtmerrie. Pas als je een brand hebt meegemaakt, besef je wat de impact ervan is. Godzijdank liep er niemand tussen de kippen. Dat is een troostende gedachte. Het had allemaal nog veel erger kunnen zijn.” Met vochtige ogen kijkt Karina Franken terug op woensdag 16 augustus, de dag van de stalbrand.

Het is 7 uur ’s ochtends als de loonwerker met zijn voermengwagen het erf oprijdt. Hij maakt zich klaar voor de dagelijkse voerbeurt van de 180 melkkoeien op het gemengde bedrijf. Al snel ziet hij dat het foute boel is. Er komt rook uit de mestloods. “Ik was nog binnen toen ik door de loonwerker werd gewaarschuwd. Ik heb meteen 112 gebeld”, vertelt Pieter Franken.

Karina en Pieter Franken hebben al veel tegenslagen overwonnen. "Praten helpt”, weet Karina Franken.

De hulpdiensten zijn snel ter plaatse. Maar ze kunnen niet voorkomen dat de etagestal met 43.000 hennen in vlammen opgaat. Binnen de kortste keren verspreidt het vuur zich van achteren naar voren. De kippen hebben geen schijn van kans. “Dat vind ik nog het allerergste”, zegt Karina Franken.

‘De melkproductie heeft een week geleden onder de brand’

De koeien komen gelukkig niet in gevaar. De onderlinge afstand tussen de rundveestallen en de brandhaard bedraagt 70 meter. De sleufsilo’s scheiden beide bedrijfstakken van elkaar. Toch raken de beesten flink van slag door het gebeuren. Dat komt door de enorme rookontwikkeling, vermoedt Pieter Franken. Met extra ventilatoren voert hij zoveel mogelijk schone lucht aan. “De melkproductie heeft een weekje geleden onder de brand. We konden de eerste dag alleen maar hooi voeren”, vertelt Franken, die blij is dat hij ook nu nog dagelijks tussen de dieren is. “Anders ben je alleen maar met die narigheid bezig.”

Surrealistisch beeld

Vier maanden na de brand is het behoorlijk stil op het erf. Zo nu en dan loeit er een koe. De ravage is opgeruimd. Op de plek waar deze zomer nog 24.000 vrije-uitloopkippen en 19.000 scharrelhennen kakelden, ligt nu een kale betonnen vloer van 80 meter lang en 23 meter breed. Het zorgt voor een surrealistisch beeld. Van de mestloods staan slechts nog restanten overeind. Door de verzengende hitte van de vlammenzee is er niets van de kippenstal overgebleven. “Het is zo’n vreemd gezicht. Als je hier het erf opliep, zag je de kippenstal. Nu zie ik in de verte de bomen langs de Elandweg”, vertelt Karina Franken, wijzend naar de horizon.

De etagestal van de familie Franken in 2014, waar tot de brand in augustus 24.000 vrije-uitloopkippen en 19.000 scharrelhennen rondscharrelden. -

Pieter en Karina Franken schrikken er niet voor terug om hun verhaal te vertellen. Dat helpt hen de rampspoed te verwerken en een plekje te geven. Samen met hun vier kinderen Hanneke (20), Geke (17), Melco (15) en Florianne (10) praten ze regelmatig over de gebeurtenissen. “Dat gebeurt gewoon. Maar het is ook een bewuste keuze. Wegstoppen heeft geen zin. Praten helpt. Dat weten we nog van eerdere tegenslagen”, vertelt Karina, doelend op de uitbraken van de vogelgriep van 2003 en 2014 en de recente fipronil-affaire.

Fipronil

Een paar weken voor de brand wordt duidelijk dat Pieter en Karina Franken slachtoffer zijn van de fipronil-crisis. De eieren van hun hennen zijn besmet, zo blijkt uit onderzoek. “Onze stal is eind vorig jaar tegen bloedluis behandeld”, vertelt Pieter Franken, die eind juli zelf contact opneemt met de NVWA. De eieren van de scharrelhennen bevatten 0,032 mg/kg fipronil. In de eieren van de vrije-uitloophennen wordt 0,017 mg/kg fipronil aangetroffen.

De pluimveehouders doen er alles aan om de stof uit de stal te krijgen. De mest wordt van de vloer geschept en de dieren worden geruid. “Op dat moment was nog helemaal niet duidelijk wat de beste manier was om fipronil te elimineren. We waren ons aan het oriënteren. Het was erg raar dat we daar door de brand ineens niet meer over na hoefden te denken”, vertelt Karina Franken.

‘De NVWA is aanvankelijk slordig geweest en daarna is te streng ingegrepen’

De pluimveehouders begrijpen goed dat de sector zijn pijlen richt op de NVWA. Als die alerter was geweest en eerder had ingegrepen, dan had veel leed kunnen worden voorkomen, zo stelt Pieter Franken. “De NVWA is aanvankelijk slordig geweest. Daarna hebben ze in mijn ogen te streng ingegrepen.” Karina Franken was eerder nog positief over de NVWA. Dat heeft te maken met het verleden. “Ons bedrijf is twee keer getroffen door vogelgriep. De werkwijze van de NVWA was telkens kordaat en correct. Ze hadden daar bovendien veel oog voor de impact op ons gezin. Dat is me altijd bijgebleven.”

Brandende mest

In de dagen en weken na de stalbrand komt er van alles op het gezin Franken af. Ze worden geleefd. Diverse media doen verslag van de brand. Sensatiezoekers worden van het erf geweerd. Het Jeugdjournaal krijgt als integer medium wel toegang en maakt een indrukwekkende reportage. Daarin vertellen Hanneke, Melco en Florianne Franken in duidelijke en heldere bewoordingen over de brand. Terwijl hun zus(je) Geke voor een vakantie onderweg is naar Zwitserland, maakt het jeugdige drietal indruk voor de camera. “Op dat filmpje hebben we veel reacties gekregen”, vertelt Karina Franken.

Wanneer de brandweer de brand onder controle heeft, doet zich een merkwaardige situatie voor. De pluimveemest blijft namelijk branden. Blussen heeft geen zin. Na twee weken wordt de brandende massa uiteindelijk uitgedrukt. “In die periode werden we ’s nachts soms wakker door een brandlucht. Dat was echt bizar. Gelukkig kwam de brandweer regelmatig poolshoogte nemen. De eerste nacht na de brand heeft er zelfs iemand op ons erf gewaakt”, vertelt Karina Franken. Het beeld van de puinhoop staat op haar netvlies gebrand. “Ik vond het erg heftig. Er hing een brandlucht en je rook de karkassen. De ravage deed me denken aan tv-beelden van oorlogsgebieden.”

Opruimen van karkassen

Vijf dagen na de brand wordt pas een begin gemaakt met het opruimen van de karkassen. Destructiebedrijf Rendac wil ze niet verwerken. De kadavers zitten immers onder het plastic en ander vuil. Uiteindelijk wordt besloten dat de dierlijke resten naar de vuilstort in Wilp gaan. Na een week kunnen de eerste vrachten met kadavers worden afgevoerd. Het afvoeren van de 200 ton kippenmest laat nog langer op zich wachten. “Dat zijn zaken die allemaal achter zo’n brand vandaan komen. Dat kost tijd en energie”, aldus Pieter Franken.

Van de mestloods staan alleen nog restanten overeind. De kippenstal is totaal verwoest, alleen de vloer is nog te zien.
 

Oorzaak onbekend

De brand is waarschijnlijk in de mestloods of in de naastgelegen tussenruimte ontstaan. Het is gissen naar de precieze oorzaak. Onderzoek daarnaar heeft niks opgeleverd. “Dat is erg jammer. We hadden het graag geweten, ook met het oog op de toekomst”, vertelt Pieter Franken. Van achterstallig onderhoud is in ieder geval geen sprake geweest, zo zegt hij. “De stal is in 2010 gebouwd. De mestloods was nog maar 2,5 jaar oud. De elektra was pas gekeurd en voldeed aan alle eisen.”

Goed verzekerd

De pluimveehouders zijn gelukkig goed verzekerd. Dat zorgt voor een stukje rust. Toch is nog niet alles in kannen en kruiken. De graansilo wordt nog gekeurd. Datzelfde geldt voor de betonnen stalvloer. Die lijkt op het eerste oog behoorlijk beschadigd. Ook de precieze bedrijfsschade is nog niet vastgesteld. Dat komt mede door onduidelijkheid over de waarde van de met fipronil besmette hennen.

Met de kennis van nu had Pieter Franken toch graag één aspect van de verzekering anders geregeld. “We zijn maar een jaar verzekerd tegen bedrijfsschade. Ik verwacht dat we anderhalf jaar na de brand pas weer in bedrijf zijn.”

Het bedrijf van de familie Franken. De rundveestallen en dieren die daarin staan, komen gelukkig niet in gevaar bij de brand.

De pluimveehouders hebben serieuze plannen om twee nieuwe stallen te bouwen. De bouw van een etagestal is ook een optie, maar heeft vanwege de maatschappelijke weerstand ertegen niet hun voorkeur. Het bouwblok mag van 2,5 naar 3,5 hectare worden uitgebreid. Daarvoor is een bestemmingsplanwijziging nodig. Maar eerst moeten de resterende verzekeringszaken worden geregeld. “Hopelijk gebeurt dat snel”, aldus Pieter Franken. Aan de hand daarvan worden de plannen in een definitieve versie uitgewerkt. Hij hoopt na de bouwvak te kunnen bouwen, om begin 2019 weer kippen te houden. “We gaan kijken of we vrije-uitloopkippen of biologische hennen willen”, zegt hij.

Veel steunbetuigingen

Met hulp van familie en vrienden heeft het gezin Franken zich door de moeilijke periode heengeslagen. Naar omstandigheden gaat het goed, ook al zijn er soms nog mindere momenten. De talloze steunbetuigingen, in de vorm van brieven, kaartjes en bloemen, hebben hun uitwerking niet gemist. “Dat gaf ons een ontzettend goed gevoel. We kregen ook veel reacties van onbekenden. Soms hoor je dat de saamhorigheid in de maatschappij afneemt. Maar zo hebben wij dat absoluut niet ervaren. Wij staan er niet alleen voor. Men is met ons begaan”, vertelt Karina Franken, die samen met haar gezin ook veel steun uit het geloof haalt.

Nu de jaarwisseling nadert, durven Pieter en Karina Franken weer vooruit te kijken. Hun vizier is gericht op de toekomst. “2017 was niet bepaald ons jaar. 2018 biedt nieuwe kansen. Het wordt een jaar van plannen maken en bouwen, zo hopen we. In 2019 willen we een open dag organiseren, om stil te staan bij een nieuw begin. Dat is ook iets wat heel erg leeft bij onze kinderen.”

Lees over brandpreventie in het dossier Brandveiligheid

 

Gerelateerde tags:

 
 

Inloggen op de ledenportal