Boerderij: ‘Geen bewijs verspreiding vogelgriep via lucht’

16-03-2018

Er is nog steeds geen enkel bewijs dat vogelgriepvirussen vanuit wilde vogels door de lucht gaan, zegt viroloog Ron Fouchier.

Bij recente vogelgriepuitbraken worden pluimveehouders steeds geprezen als degenen die juist bovenmatig veel aandacht hebben voor hygiëne. Bij uitbraken op vermeerderingsbedrijven, zowel dit jaar als in 2016, constateerden pluimveehouders bovendien dat de uitbraak middenin de stal begon. Niet de meest logische plek als het virus met materiaal of mensen is binnengehaald. De deze week getroffen eendenhouder in Kamperveen stond te boek als voorbeeldbedrijf en had zelfs een heel eigen hygiëneprotocol voor het inbrengen van stro, vertelt LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers, die hem sprak. In de sector heerst het vermoeden dat het virus via de luchtinlaat stallen binnenkomt.

Nog steeds geen bewijs
Viroloog Ron Fouchier (Erasmus MC) stelde in 2016 in Boerderij dat voor verspreiding van het virus door de lucht vanuit wilde vogels geen bewijs bestaat (‘Wij wetenschappers zijn geneigd ons bij de feiten te houden’). Dat bewijs is er nog steeds niet, zegt de viroloog. “Natuurlijk was er bij de uitbraak in 2003 in de Gelderse Vallei wel enig bewijs voor verspreiding via de lucht, maar dat kwam dan uit stallen waar enorme concentraties vogelgriepvirus zaten.” In wilde vogels is de concentratie virus heel miniem, legt hij uit, en het aantal geïnfecteerde vogels in de natuur is laag.

Eenden bijzonder bevattelijk
Fouchier – lid van de deskundigengroep die de overheid adviseert bij dierziekteuitbraken – wijst erop dat de meest recente uitbraak weer een eendenbedrijf betreft. “Die zijn bijzonder bevattelijk ten opzichte van een kip. Het virus komt voor bij eendensoorten in de natuur en hoeft zich dus niet aan te passen, er is eigenlijk geen gastheerbarrière. En de manier waarop eenden gehouden worden, is anders. Er wordt stro binnengereden en daarmee wordt per definitie materiaal het bedrijf opgebracht dat mogelijk besmet kan zijn. Hoewel we natuurlijk allemaal onze stinkende best doen om de biosecurity op orde te houden, kan het nog steeds best zo zijn dat er insleep is van vogelgriep, zonder dat er sprake is van verspreiding via de lucht.”

‘Je hoeft geen rocket scientist te zijn om te stellen dat er in een sloot waar eenden zitten ook vogelgriep kan zitten’

Over de besmetting in Kamperveen doet een heel specifiek verhaal de ronde: een buurman van de eendenhouder zou daags voor de besmetting slib uit een sloot hebben uitgereden, wat enorm zou hebben gestoft. Fouchier vindt het lastig om over individuele bedrijven uitspraken te doen, omdat hij die besmettingen niet onderzoekt en niet op de hoogte is van alle details. “Maar je hoeft geen rocket scientist te zijn om te stellen dat er in een sloot waar eenden zitten ook vogelgriep kan zitten, dat lijkt me logisch. Als je daar gaat baggeren en vogelpoep mee naar boven haalt, kan daar in theorie vogelgriep in zitten.”

Direct contact van mensen of materiaal
Is het zinvol de mogelijkheid van introductie via de lucht te onderzoeken? Wie het risico op insleep via de lucht voor 100% wil uitsluiten, zal onderzoek moeten doen, erkent Fouchier, hoewel hij ook direct aanvult dat het bijzonder moeilijk is dat te onderzoeken. Maar hij denkt dat er belangrijkere transmissieroutes te onderzoeken zijn dan die via de lucht. “In een eendenstal wordt regelmatig stro ingebracht. Is er dan geen enkel contact tussen die bodembedekker en wilde vogels? Als je dat niet kunt uitsluiten, kun je wel onderzoek doen naar iets wat zeer onwaarschijnlijk is, maar de meest waarschijnlijke route is toch via direct contact van mensen of materiaal.”

 
 

Inloggen op de ledenportal