Op een Duits pakstation in landkreis Vechta is vorige week fipronil vastgesteld bij eieren afkomstig van een Nederlands biologisch pluimveebedrijf.
De regionale voedselautoriteit van Nedersaksen (Laves) meldt dat gehaltes van 0,014, 0,019 en 0,007 mg/kg fipronil zijn aangetoond.
Oorzaak nog onduidelijk
2 weken geleden raakte op een ander pluimveebedrijf in Nederland een nieuw koppel vrije uitloop-kippen besmet met fipronil, vermoedelijk via de grond van de uitloop. Het is nog onduidelijk hoe het kan dat bij het pluimveebedrijf waar de in Duitsland gevonden eieren van afkomstig zijn, opnieuw fipronil is gevonden in de eieren. Volgens de Biologische Pluimveehouders Vereniging had het bedrijf net een jong koppel kippen dat goed en wel in productie was na lang leeg te hebben gestaan. Voorzitter Henk Spruijt noemt het onwaarschijnlijk dat de kippen het middel uit de opfok hebben meegenomen, omdat zij afkomstig waren van een vrij opfokbedrijf. Dat doet vermoeden dat de kippen de stof in of buiten de stal hebben opgenomen.
Imago van het Nederlandse ei
In Nederland duiken echter ook nog met enige regelmaat eieren op met fipronil boven de toegestane MRL-waarde (0,005 mg/kg), blijkt uit monitoring van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De eierindustrie trok er al eerder over aan de bel dat na vrijgave van stallen er toch uit diezelfde stallen nog eieren kunnen komen met waardes boven de MRL door flinke spreiding bij bemonstering.
De melding uit Duitsland doet het imago van het Nederlandse ei daar geen goed vreest de sector. “Het plaatst het Nederlandse ei weer in een negatief daglicht,” aldus LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers, die de potentieel tweede herbesmetting triest voor het pluimveebedrijf en eng voor de sector noemt. Duitsland is de belangrijkste afzetbestemming voor Nederlandse eieren: de helft van de productie gaat daarheen. Hubers bepleit kanalisatie van eieren van risicobedrijven (waar waarden tussen de 0 en MRL zitten) richting de industrie. “De enige die daarin de regie kan pakken zijn pakstations.”
Geen direct effect op handelsrelaties
De eierhandel vreest – hoewel slecht voor het imago – niet direct effect op de handelsrelaties met Duitsland. Voor Anevei-voorzitter Hubert Andela ontbreken nog teveel feiten van de specifieke casus om te kunnen zeggen of de eierhandel iets kan doen om dergelijke incidenten te voorkomen, waaronder of de eieren überhaupt via een Nederlands pakstation zijn verhandeld. De eierhandel bemonstert nog altijd strak op fipronil, geeft hij aan. In welke frequentie is aan bedrijven zelf. Andela: “Uiteindelijk is het aan individuele ketens zelf om hierin op te treden.”