Ministeries, NVWA en eierketen krijgen blaam in fipronil-onderzoek.
Winnie Sorgdfrager oordeelt hard over de afhandeling van de fipronil-crisis: De ministeries van Landbouw en Volksgezondheid, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en het bedrijfsleven zijn tekort geschoten bij de aanpak van de crisis, die de eiersector zwaar getroffen heeft.
Niet tijdig serieus genomen
De NVWA heeft de signalen over het gebruik van fipronil in de pluimveehouderij niet tijdig serieus genomen. De beide ministeries hebben hun rol te laat onderkend, en vervolgens de Tweede Kamer onvolledig geïnformeerd en een vertekend beeld gegeven van de situatie. Het bedrijfsleven zelf heeft onvoldoende gedaan om de voedselveiligheid te waarborgen.
Sorgdrager constateert dat het fipronil-incident heeft duidelijk gemaakt dat bedrijven in de eierketen niet voldoende voorbereid zijn op een incident in de voedselveiligheid. Bedrijven hadden er geen notie van dat eieren met fipronil niet in het handelskanaal mochten komen volgens de geldende regels en mede daardoor waren ze verrast over het optreden van de NVWA.
Harde woorden over IKB Ei en IBK PSB
In het rapport spreekt Sorgdrager harde woorden over IKB Ei en IKB PSB. Beide systemen zijn niet toegerust op het onderkennen van risico’s voor de voedselveiligheid en de besturen ervan hebben een “gebrek aan ambitie om een zo groot mogelijke bijdrage te leveren aan het waarborgen van de voedselveiligheid.” Daarbij komt dat het systeem zo is ingericht dat bedrijven vaak aangekondigd en alleen administratief worden gecontroleerd, wat “afbreuk doet aan de effectiviteit en de geloofwaardigheid van de controles. Het verlaagt de kans om fraude of misleiding te ontdekken.”
Eerste signalen fipronil-gebruik
De NVWA is vooral tekort geschoten in de periode van november 2016, toen de eerste signalen over fipronil-gebruik binnenkwamen, en juni 2017. In oktober 2016 hoorde een rechercheur van de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de NVWA in het kader in van een strafrechtelijk onderzoek dat er sprake was van fipronil-gebruik tegen bloedluis in de pluimveehouderij. Hij stuurde daarvan een bericht door naar het openbaar ministerie. De tip werd in november aan een andere rechercheur doorgegeven, die probeerde meer informatie te verkrijgen uit open bronnen.
Ongeveer tegelijkertijd, in november hoorde een (andere) NVWA-inspecteur van een bekende (een ongediertebestrijder) dat er sprake zou zijn van grootschalig gebruik van fipronil in kippenstallen. De naam Chickfriend werd daarbij genoemd. De inspecteur hoorde ook hoe Chickfriend het fipronil-gebruik maskeerde. De tip ging via verschillende geledingen van de NVWA en kwam uiteindelijk bij de opsporingsdienst terecht.
Strafrechtelijk onderzoek
Eind november 2016 kwam er een tip over het Belgische bedrijf Afgro Remijsen, dat een middel leverde aan Chickfriend/Chickclean. Op dat moment werd de kwestie een aangelegenheid voor strafrechtelijk onderzoek. Vervolgens kreeg het onderzoek niet de prioriteit, die uit oogpunt van voedselveiligheid gewenst was geweest. Niemand binnen de NVWA nam de verantwoordelijkheid, aldus Sorgdrager. “De NVWA heeft haar taak als controleur op het gebied van de voedselveiligheid [...] onvoldoende waargemaakt.” Tot in de zomer van 2017 een signaal kwam van de Belgische voedselautoriteit FAVV. Toen duidelijk was dat eieren besmet waren, greep de overheidsdienst wel adequaat in, aldus Sorgdrager.
Communicatie NVWA
Toen de fipronil-besmetting bekend werd, hadden NVWA, noch de beide ministeries in de gaten wat de impact ervan was. Een optreden van plaatsvervangend inspecteur-generaal Van Zoeren bij het televisieprogramma Nieuwsuur, verergerde de onzekerheid in de markt. Sorgdrager: “De communicatie van de NVWA was tijdens het incident onvoldoende eenduidig en heeft voor onzekerheid bij de direct betrokkenen en het publiek geleid.”