Op zo’n 50 Nederlandse ambassades werken landbouwraden. Creëren van markttoegang is een van hun hoofdtaken. In gesprek met Evert Jan Krajenbrink, landbouwraad in Japan.
Pluimveevlees en eendagskuikens mogen vanuit Nederland weer naar Japan, de importban is opgeheven. Direct na de bekendmaking door de Japanse autoriteiten, begin augustus, twitterde landbouwraad Evert Jan Krajenbrink het nieuws naar zijn volgers.
“Daar was en ben ik enorm blij mee”, zegt hij een paar weken later. “Het vrijhandelsakkoord tussen Japan en de Europese Unie biedt grote mogelijkheden voor Nederlandse exporteurs. De importtarieven voor pluimveeproducten – nu nog 11,9% – gaan bijvoorbeeld vanaf begin volgend jaar stapsgewijs omlaag naar nul. Daardoor verbetert onze exportpositie op de Japanse markt. Maar dan moet de grens natuurlijk wel open zijn.”
Krajenbrink is sinds 2016 landbouwraad in Japan. Hij heeft met zijn team in Tokio de afgelopen jaren veel tijd en energie gestoken in besprekingen over export van pluimveeproducten.
Wat heeft dat opgeleverd?
“Japan is bereid om goede prijzen te betalen voor geïmporteerd voedsel, maar stelt tegelijkertijd hoge veterinaire en fytosanitaire eisen. Het land is erg bang voor veeziekten. Uitbraken van vogelgriep in Nederland hebben dan ook direct consequenties voor de export naar Japan. Het is ons gelukt om afspraken te maken over regionalisering bij uitbraken van laagpathogene vogelgriep. Sinds mei 2017 gaat de Japanse grens alleen dicht voor producten uit de regio waar de uitbraak plaatshad. Dat is een enorme vooruitgang. Uitvoer uit verreweg het grootste deel van het land kan doorgaan bij zo’n uitbraak.”
Toch was de Japanse grens afgelopen maanden potdicht.
“Klopt. Maar dat was het gevolg van een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep in Nederland in december 2017. De grens ging onmiddellijk op slot, want hierover hebben we nog geen definitieve afspraken over regionalisering kunnen maken. We zijn daar wel mee bezig. We zitten hierover in de eindfase van de besprekingen. Maar zoals vaker bij veterinaire onderhandelingen zit ‘the devil in the detail’. Al mijn collega-landbouwraden maken hetzelfde mee.”
Wat is uw rol bij zulke besprekingen?
“Als landbouwraad fungeer ik als de voelspriet van de veterinaire experts in Nederland. Door onze contacten hier, bijvoorbeeld met medewerkers van het ministerie van Landbouw, voel ik aan wat de gevoeligheden zijn. Communicatie is vanwege taalbarrière en cultuurverschil niet altijd even makkelijk. Ook de timing van het overleg is van groot belang. Nederland is in veel landen met exportonderhandeling bezig. Hier in Japan kloppen ook veel landen op de deur. Dat betekent dat je moet weten op welk moment je het beste druk kunt uitoefenen.”
Biedt Japan perspectief voor Nederlandse export?
“Door de vergrijzing in de landbouw daalt de voedselproductie hier. Japan moet voedsel importeren. Het handelsakkoord tussen Japan en de Europese Unie treedt in januari 2019 in werking. Nederlandse landbouwexporteurs kunnen daar zeker van profiteren.”