Pluimveeweb: Sorgdrager: primaire verantwoordelijkheid ligt bij pluimveehouder

06-09-2018

woensdag 5 september 2018
aangepast: donderdag 6 september 2018

De controle in de sector was ontoereikend bij de fipronil-affaire, de NVWA heeft niet goed gereageerd en de politiek heeft vervolgens verzuimd de regie te nemen. Maar toch lag de verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij de producent. Dat stelde Winnie Sorgdrager bij de toelichting van haar rapport in de Tweede Kamer.

„Een boer moet weten wat er op zijn erf gebeurt”, vond ze. „Er zijn boeren geweest die Chickfriend van hun erf hebben gestuurd omdat het bedrijf niet wilde zeggen wat er in hun wondermiddel tegen bloedluis zat.” In de sector krijgt voedselveiligheid niet de aandacht die het verdient, vertelde ze aan de Tweede Kamer.

Maar ook bij de NVWA ontbreekt dit. Er liggen daar draaiboeken klaar voor uitbraken van vogelgriep of varkenspest, stelde Sorgdrager, maar niet voor bedreigingen van de voedselveiligheid. Maar die moeten er wel snel komen. Voedselveiligheid moet in de hele controleketen de hoogste prioriteit krijgen, stelde Sorgdrager, anders blijf je tegen dit soort zaken aanlopen.

De landbouwcommissie van de Tweede Kamer had Sorgdrager uitgenodigd om het rapport over de fipronil-affaire toe te komen lichten en vragen te beantwoorden. Zo wilde Roelof Bisschop (SGP) weten of de reactie van de NVWA niet buitensporig was geweest, nu er geen acuut gevaar was voor de volksgezondheid. Sorgdrager vond van niet. „Fipronil is wel degelijk gevaarlijk”, vertelde ze. „Het breekt maar langzaam af en stapelt zich dus op in het lichaam als het in ons voedsel zit. Vooral bij kinderen kan dit schadelijk zijn.” Maar afgezien daarvan, stelde ze, de NVWA gaat niet over het vaststellen van normen, maar over het handhaven ervan. Zo bekeken heeft de NVWA proportioneel gehandeld.

Ze vindt wel dat de voedsel- en Warenautoriteit veel te laat heeft ingegrepen. In 2016 kwamen er al signalen over fipronil. „En als je signalen krijgt dat biociden worden gebruikt waar ze niet zijn toegestaan, is dat een overtreding. Ik begrijp dan ook niet waarom de NVWA niet toen al heeft ingegrepen.” Sorgdrager vertelde hoe die signalen tussen de verschillende afdelingen van de organisatie heen en weer waren gepingpongd, maar nergens waren geland.

Ook de samenwerking tussen NVWA en private controlesystemen moet beter, vond Sorgdrager. In haar rapport had ze aanbevolen dat de NCAE, de Nederlandse Controle Autoriteit Eieren, onderdeel van de NVWA zou moeten worden. Jaco Geurts (CDA) vroeg zich af waarom. „Is er iets wat de NCAE in deze affaire verkeerd heeft gedaan, en dat verbeterd wordt als het onderdeel wordt van de NVWA”, vroeg hij. Sorgdrager antwoordde dat het niet zozeer was dat de NCAE fouten had gemaakt. „Het is een klein groepje en ze doen niet zoveel”, stelde ze. „Maar de systemen van deze groep en de NVWA sluiten niet op elkaar aan. Door de organisaties apart van elkaar te laten bestaan bouw je als het ware afstemmingsproblemen in; het loopt soepeler als de taken allemaal in één organisatie zitten.” Daarbij, vertelde ze, kan de NVWA profiteren van de vakkennis van de mensen van de NCAE; door een serie van bezuinigingsoperaties en fusies bij de NVWA is daar zowat alle expertise verdwenen. „In april heeft de laatste toxicoloog de organisatie verlaten.”

Tekst:Wim van Gruisen

 
 

Inloggen op de ledenportal