Pluimveeweb: Raad voor Dieraangelegenheden belangrijk adviesorgaan voor minister25-02-2019
De Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) vierde donderdag 14 februari haar 25-jarig bestaan. De RDA presenteerde op kasteel Duin- en Kruidberg te Santpoort-Noord (NH) de resultaten van een publieksenquête en kende vele sprekers, waaronder minister Carola Schouten. Minister Carola Schouten van LNV deelde haar visie op welzijn en gezondheid van dieren. Eva Meijer - filosofe - ging in op haar onderzoek naar de taal der dieren en Dolf Jansen, cabaretier, sloot het congres af. Er waren diverse discussierondes georganiseerd; iedere sessie duurde 45 minuten. De onderwerpen varieerden van ‘het sprookje natuur’ tot het nut van het doden van dieren, zowel productie- als plaagdieren. De taal van de dieren en de keuze tussen koe en grutto vormden andere onderwerpen van gesprek. Het publiek bestond grotendeels uit leden van de raad, waarvan niet alleen beleidsmakers, mensen van de dierenbescherming, filosofen en dierenartsen, maar zeker ook boeren deel uitmaken. In 1993 werd de Raad voor Dieraangelegenheden opgericht. Heden ten dage vormt het een zeer invloedrijk adviesorgaan van het ministerie. In de bewoordingen van Schouten: „De RDA voorziet het ministerie van inzichten over dieren en veehouderij. De onderwerpen variëren van antibiotica tot insecten en het couperen van staarten. Zoals uit de zojuist gepresenteerde enquêteresultaten blijkt, zoekt de grote groep van de Nederlandse bevolking de nuance. Zij zijn grotendeels tevreden over het dierenwelzijn in Nederland, ook over het welzijn van de meeste productiedieren. Maar ook uit ik mijn zorgen over de flanken, want aan weerszijden vindt polarisatie plaats en wordt het politieke debat feller.” Schouten ging verder in op de plaats en functie van dieren en de onderliggende waarde van dieren. „Om dilemma’s onder ogen te zien, moeten we goed doordénken en het gesprek aangaan, en niet alleen de rationele maar ook de emotionele kant van de zaak belichten. Onze ambitie is wel de flanken erbij te betrekken en daarom richten we gesprekstafels op over dierenwelzijn. Ik wil dat die eind van dit voorjaar van start gaan.” Schouten noemde stalbranden, en zei dat inbraken en bekladden door haar worden afgekeurd. Ook langdurige veetransporten kwamen aan de orde. „Een warme sanering van de varkenshouderij en verduurzaming in combinatie met verdienmodellen moeten winst opleveren voor de samenleving. Ook voor een boer moet dit - financieel - te doen zijn!” De minister eindigde met een hartenkreet over de behoefte aan nuance en het nemen van gezonde beslissingen. Ze roemde de adviezen van de Raad van Dieraangelegenheden en wenst hier nog lang gebruik van te maken. De rol van de RDA is vanaf het begin van zijn bestaan nooit helemaal vanzelfsprekend geweest en soms ronduit onduidelijk. Een stukje tekst uit het jubileumboekje van de ontstaansgeschiedenis: ‘Het ministerie realiseerde zich dat met name dierenwelzijn een gecompliceerd, maatschappelijk omstreden, en snel veranderend terrein is. De varkenspestuitbraak in 1997 en de maatschappelijke onrust die ermee gepaard ging onderstreepten dat nog eens. De politiek kon gefundeerd advies goed gebruiken, en de Raad mocht door. Dit betekende niet dat de rol nu ondubbelzinnig vastlag. Vanuit het ministerie, en luider nog in de evaluaties van de Raad, klonk de roep om strategisch en opiniërend advies, liefst in een vroege fase van de beleidsontwikkeling. Maar consistent was het ministerie hierin niet, want men wees ook op het belang van breed gedragen advies. En dat viel moeilijk te combineren: een Raad met een flink contingent sectorale belangenbehartigers komt niet snel tot eenstemmigheid. Zelf hield de Raad ondanks verschuivingen in zijn taakopvatting vast – niet dogmatisch, maar toch bij voorkeur – aan het consensusmodel: áls er een oplossing werd aangereikt, moest die breed gedragen zijn om invloed te kunnen uitoefenen op de beleidsvorming.’ |