Pluimveeweb: Laagpathogene vogelgriep op zeven Vlaamse pluimveebedrijven24-04-2019
Op vier vermeerderingsbedrijven en drie leghennenbedrijven in Vlaanderen is vorige en deze week laagpathogene vogelgriep vastgesteld. Dat meldt de Vlaamse belangenbehartiger Boerenbond.
„De eerste besmetting is vorige week op een vrije uitloop leghennenbedrijf vastgesteld”, zegt Wouter Wytynck, adviseur dierlijke veredeling van Boerenbond. Later zijn besmettingen vastgesteld op bedrijven van de grenszone tussen Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Daarna liep het aantal besmettingen op. Vervolgens werd het virus vastgesteld op een leghennenbedrijf in de regio Kortrijk en daarna op een leghennenbedrijf in Wingene. Ondertussen zijn er al zeven bedrijven getroffen waarvan vier vermeerderingsbedrijven en drie leghennenbedrijven. Op alle bedrijven is aangetoond dat het over het laag pathogeen virus H3N1 gaat. Aangezien het om een laag pathogeen H3N1 virus gaat, zijn er geen maatregelen opgelegd. Wetgeving schrijft voor dat er bij uitbraken van hoogpathogene vogelgriep en bij laagpathogene H5 en H7 stammen maatregelen moeten worden genomen. Hoge uitvalDe uitval op de getroffen bedrijven is hoog. „Omwille van de hoge uitval, gecombineerd met een lagere voeropname en een duidelijke legdaling is het belangrijk dat de pluimveehouders en alle toeleveranciers en afnemers met onmiddellijke ingang de hoogste bioveiligheidsmaatregelen in acht nemen”, adviseert Wytynck. De belangenbehartiger raadt aan om personen, die niet noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering, de toegang tot de stallen te ontzeggen. Boerenbond adviseert de ontsmettingsprotocols voor onder meer eierhandelaren te activeren en alle bioveiligheidsvoorschriften toe te passen. „Ook hebben we voerfabrikanten gevraagd extra hygiënisch te werken”, zegt Wytynck. De belangenbehartiger vraagt pluimveehouders zeer waakzaam te zijn en bij mogelijke ziektetekens onmiddellijk contact op te nemen met de dierenarts. Verspreiding virusVanwege de hoge uitval wordt onderzocht of er mogelijk een zogeheten co-infectie mee in het spel is, die de klinische problemen versterkt. „Mogelijk wordt de hoge uitval veroorzaakt door een andere infectie zoals Coli of ILT. Dat wordt nu onderzocht”, zegt Wytynck. „Bij laagpathogene vogelgriep kan er ook hoge uitval voorkomen, maar meestal niet in deze mate.” De belangenbehartiger vraagt zich af hoe het virus, ondanks de bioveiligheidsmaatregelen die steeds van kracht zijn, zich zo kan verspreiden. „Het virus is vastgesteld op vier vermeerderingsbedrijven. Dat is opmerkelijk omdat op vermeerderingsbedrijven normaliter uiterst hygiënisch wordt gewerkt. We zijn erg benieuwd hoe het virus zich zo snel heeft kunnen verspreiden. Wellicht is het door de lucht verspreid”, vraagt Wytynck zich af. „Maar hoe het virus zo snel is verspreid, laten we onderzoeken.” Wytynck hoopt dat verdere verspreiding van het virus zo snel mogelijk een halt wordt toegeroepen. Hij doet daarom een beroep op iedereen om de hoogste bioveiligheidsmaatregelen in acht nemen. |