Belgische pluimveehouders die hun kippen hebben laten uitzieken na de om zich heen grijpende H3N1-vogelgriep, komen bedrogen uit.
“Inmiddels zijn we 6 weken na het hoogtepunt van veel besmettingen en ik heb nog nergens een rendabel koppel gezien na genezing. De prognose voor hennen is zeer negatief, door onherstelbare beschadigingen aan de eileiders”, stelt dierenarts Maarten de Gussem van dierenartsenpraktijk Degudap nabij Gent. Zijn praktijk monitort enkele bedrijven van de 60 die zijn getroffen. Ruimen is de enige optie, zo bepleit ook de Landsbond.
Legpercentage onderuit
Hoewel het virus in België met officiële testen is geclassificeerd als laagpathogene vogelgriep, slaat het vooral bij in productie zijnde dieren hard toe. Het legpercentage gaat met 90 tot 100% onderuit en het uitvalspercentage bedraagt gemiddeld 30 tot 50%. De Gussem: “De eerste hypothese was dat er iets anders heerste onder de hennen, maar hoewel we bij bedrijven naast AI zowel IB 181, IRT als ORT tegenkomen, is er geen gemeenschappelijke deler. De tweede hypothese is dat de co-factor geen pathogeen betreft, maar een samenspel tussen fysiologische factoren van vol in productie zijnde dieren en het subtype virus waar we mee te maken hebben.”
Overheid springt niet bij
Veel van de vermeerderingsbedrijven hebben hun dieren vrij snel na de uitbraak geruimd. Dat kwam in alle gevallen voor eigen rekening, omdat de overheid niet bijspringt bij deze niet meldingsplichtige AI-variant. Van de getroffen legbedrijven heeft een aantal pluimveehouders besloten de overlevende dieren te laten uitzieken. “De dieren weten het virus inderdaad te overwinnen en zijn daarna ook niet meer besmettelijk. We zien echter dat de eiproductie niet meer op gang komt of dat er geen verkoopbare eieren meer geproduceerd worden. Met deze slechte prognose gaan deze pluimveehouders alsnog over tot het laten slachten van de dieren.”
Geen economische productie meer
De Gussems waarnemingen op bedrijven van zijn klanten worden gestaafd door Martijn Chombaere, adviseur bij de Vlaamse Landsbond. Hij heeft zicht op meer getroffen bedrijven en ook volgens hem wijst alles erop dat op bedrijven waar de dieren zijn uitgeziekt geen economische productie meer uit de koppels gehaald kan worden. Chombaere: “De productie komt wel wat op gang, maar er worden geen volwaardige eieren meer gevormd.”
Verdere maatregelen
De Belgische belangenbehartigers zijn nog altijd druk in overleg om toch tot verdere maatregelen te komen, anders dan de bioveiligheidsmaatregelen die al genomen zijn. De Landsbond is er teleurgesteld over dat het probleem zo heeft kunnen escaleren en dusdanige proporties aanneemt. Inmiddels zijn meer dan 60 pluimveebedrijven besmet met het virus en het aantal besmettingen loopt eerder op dan terug. Landsbond en Boerenbond dringen al weken aan op door de overheid georganiseerde en gecoördineerde ruiming van besmette bedrijven, om de uitbraken in te dammen. “Laat het duidelijk zijn, de bioveiligheidsmaatregelen zijn zeer wenselijk. Maar de situatie neemt dusdanige proporties aan; daar halen we het niet mee”, zegt Chombaere.