Boerderij: WBvR: aantal LPAI-besmettingen niet verontrustend02-12-2019
Het aantal besmettingen met laag pathogene vogelgriep (LPAI) dit jaar is niet verontrustend.
Dat geeft Wageningen Bioveterinary Research (WBvR) aan in reactie op de berichtgeving dat een laagpathogeen H6-virus rondgaat in Nederland. Dit jaar is er op 20 pluimveebedrijven in Nederland een introductie van een LPAI-virus van het type H6 vastgesteld. Daarbij ging het om verschillende varianten: H6N1, H6N2 en H6N8. Een H6-variant van Aviaire Influenza kan niet muteren naar hoogpathogeen en is daarom ook niet bestrijdingsplichtig. In alle gevallen, op 1 na, kwamen de besmettingen aan het licht bij de reguliere basismonitoring, waarbij antistoffen tegen het virus werden aangetroffen. Piek in maartIeder jaar wordt er via dit monitoringsprogramma bij zo’n 10 tot 40 pluimveebedrijven vastgesteld dat hier een LPAI-besmetting is geweest, stelt WBvR. In totaal zijn er in de eerste 3 kwartalen van dit jaar 36 LPAI-introducties vastgesteld. In november is tweemaal H6 vastgesteld: H6N2 bij kalkoenen en H6N1 bij kippen. De laatste besmetting daarvoor dateert uit juli, toen op een legpluimveebedrijf H6N1 is vastgesteld. Met name in maart was er een piek: toen bleken er op 11 pluimveebedrijven H6-introducties te zijn geweest. Wageningen Bioveterinary Research constateert dat met die aantallen het aantal introducties niet verontrustend is, maar dat het wel opvallend is dat dit jaar met name veel H6-virussen rondgaan. Dat beaamt ook de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). Ook die stelt vast dat er relatief meer H6-virussen voorkomen dit jaar.
Verspreiding vogelgriep via wilde vogelsGD-sectormanager Pluimvee Ruth Bouwstra noemt het lastig om te zeggen of er meer aan de hand is, maar is ook niet direct verontrust door de huidige cijfers. Ook in andere jaren zie je soms bepaalde H-types meer voorkomen, stelt zij vast. Doordat er in nagenoeg alle gevallen alleen antistoffen zijn aangetroffen, is weinig te zeggen over de eigenschappen van de virussen die rondgaan: bijvoorbeeld of deze gemakkelijk via wilde vogels verspreiden of dat er spreiding tussen bedrijven heeft plaatsgevonden. Op 1 bedrijf met kalkoenen is deze maand wel virus aangetoond via een PCR-test. WBvR laat weten dat er komende maand een sequentie-analyse van dit virus gedaan zal worden. Volgens Nancy Beerens, hoofd van het Nationaal Referentie Laboratorium voor Aviaire Influenza, is het aannemelijk dat de symptomen bij de kalkoenen een andere oorzaak hebben omdat er op geen van de andere bedrijven klinische verschijnselen zijn geweest. Op het kalkoenbedrijf was sprake van verhoogde uitval na secundaire infecties. Kirsten Graumansredacteur pluimveehouderij Gerelateerde tags: |