Boerderij: CBb veegt dwangsommen voor eiverwerker van tafel08-05-2020
Rechter zet streep door lasten onder dwangsom uit de fipronil-crisis voor eiverwerker Wulro.
Nog steeds lopen er allerlei rechtszaken over de fipronil-crisis in 2017, toen de niet-toegelaten biocide fipronil in eieren bleek te zitten. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft eind april nog 2 lasten onder dwangsom van het ministerie van Medische Zorg, daterend uit die tijd, van tafel geveegd. Die waren opgelegd aan de Limburgse eiproductenproducent Wulro in september 2017. In een eerdere rechtszaak over de dwangsommen vernietigde rechtbank Rotterdam vorig jaar al een deel van de 2 besluiten. In de hoger beroepszaak nu heeft het CBb beide lasten onder dwangsom volledig herroepen, en de fabrikant van eiproducten in het gelijk gesteld. Afnemers informeren over fipronilDe minister voor Medische Zorg legde de 2 lasten onder dwangsom tijdens de fipronil-crisis aan het bedrijf op, omdat deze niet alle informatie verstrekt zou hebben die de NVWA had opgevraagd. Ook zou de eiverwerker niet (afdoende) zijn afnemers hebben geïnformeerd over eiproducten die zij van hen hadden afgenomen met daarin gehaltes fipronil die de MRL-norm overschreden (het maximaal residuen limiet), ondanks dat de NVWA hen had opgelegd dit te doen. Het CBb oordeelt echter dat het ministerie Wulro niet kon verplichten om zijn afnemers te informeren, als het zelf geen recall oplegt. Die informatieplicht is onderdeel van de recallwetgeving. De rechtbank zegt het doel van de aan Wulro opgelegde meldplicht niet te zien als het ministerie zelf geen aanleiding zag om Wulro de producten terug te laten halen, of überhaupt eiproducten te recallen. Bureau Risicobeoordeling & OnderzoekHet CBb haalt in zijn uitspraak een advies het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek (BuRO) van de de NVWA aan, uit augustus 2017. BuRO concludeerde toen na een worstcaseberekening van 3 producten waarin veel ei(product) wordt verwerkt dat de risico’s hiervan voor de volksgezondheid verwaarloosbaar waren. Onduidelijkheid over MRL-normUit de uitspraken van het CBb en rechtbank Rotterdam blijkt dat er ten tijde van het opleggen van de lasten onder dwangsom onduidelijkheid was over de MRL-norm voor eiproducten. Er was alleen een officiële MRL voor eieren. Aan de hand daarvan moesten berekeningen gedaan worden voor eiproducten. Officiële omrekenfactoren waren nog niet bekend. Volgens Wulro konden zij niet aan de lasten voldoen, omdat de NVWA geen duidelijkheid gaf over hoe ze deze berekening moesten maken. De NVWA voert aan dat de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de MRL’s na de verwerking van producten bij de levensmiddelenexploitant ligt, omdat die als enige precies de samenstelling weet en dus de berekening kan maken. Kirsten Graumansredacteur pluimveehouderij |