Boederij: Eiermarkt beweegt nauwelijks

Het glas is halfvol of halfleeg; net hoe je ernaar kijkt. Zo is het ook met de eiermarkt deze week.

 

De prijsval is voorbij, maar echt aantrekken wil de markt ook nog niet. De traditionele opleving van de markt door herbevoorrading van supermarkten na de zomer is ongemerkt voorbijgegaan. En misschien komt dat ook wel doordat de zomer voor het gevoel nog niet voorbij is, omdat het nog altijd prachtig weer is. Daarnaast zijn er voorraden opgebouwd, waardoor kopers ook onderhandelingsruimte hebben en niet direct moeten toeslaan.

Voorzichtig werken aan prijsherstel

Ten opzichte van vorige week is er in de noteringen nauwelijks verandering. De NOP richtprijs voor bruine scharreleieren van 62-63 gram stijgt 4 cent naar € 6,39 per 100 stuks. Witte eieren van dat gewicht krijgen er slechts een cent bij en komen op € 5,80 per 100.

De Duitse WeserEms maakt deze week wel duidelijker onderscheid in ei-gewichten. De zwaardere scharrelei stijgen met dubbele cijfers (XL +0,25, L +0,17) waar de M-en nauwelijks van hun plaats komen. De Duitse notering doet daarmee recht aan het gevoel dat al weken in de markt leeft.

Maar waar er in het grote geheel prijsmatig weinig gebeurt, lopen de eieren volumematig volgens handelaren en pakstations wel goed weg, waardoor voorzichtig aan prijsherstel kan worden gewerkt.

Dat toont ook de kooi-eiernotering. Die stijgt opnieuw bijna 4 cent en komt daarmee op € 0,746 per kilo. Dat is ook voor scharreleieren een positief signaal, want dat geeft aan dat er geen eieren over zijn. Dat legt een bodem in de markt.

Solide basis voor prijs

Een eierhandelaar noemt het positief dat de prijs niet pijlsnel omhoogschiet, maar door de markt gedragen wordt. Dat is een veel solidere basis, waardoor de kans dat die weer instort ook kleiner is. Van pluimveehouders mag de prijsherstel daarentegen langzamerhand wel gaan gebeuren. De tijd tot kerst is nog maar kort en met de vroege Pasen is het seizoen komend voorjaar ook maar kort.

Prognose: stabiel tot licht stijgend.

 

Tekst: Jacco Keuper