Boerderij: EU-eierexport lager, import hoger26-10-2020
De EU-landen hebben van januari tot en met augustus dit jaar 149.898 ton eieren en eiproducten uitgevoerd. Dat is 7,0% minder dan in dezelfde periode vorig jaar. De EU-import van eieren en eiproducten bedroeg in de eerste acht maanden 19.456 ton. Dat is 5,5% minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit blijkt uit cijfers van de Europese Commissie. Het gaat om de handel in eieren en eiproducten van de EU-27; met ingang van dit jaar zonder het Verenigd Koninkrijk, dat zowel bij de export (55.409 ton tot en met juli) als bij de import (18.245) van eieren en eiproducten de belangrijkste handelspartner is. Maar het Verenigd Koninkrijk is buiten de statistieken gehouden om de import en export van de EU-landen goed met voorgaande jaren te kunnen vergelijken. Het Verenigd Koninkrijk dus buiten beschouwing gelaten, is bij de export van eieren en eiproducten, die vele malen groter is dan de import, Japan traditioneel de belangrijkste exportbestemming. Met 43.598 – 14% minder dan in het eerste acht maanden van 2019 – is Japan goed voor 29% van de EU-export. Zwitserland volgt, dit jaar met 27.895 ton (+4%), goed voor 19% van de EU-export. Israël, dat twee procent meer afnam dan vorig jaar tot en met augustus, is goed voor een aandeel bijna 7%. Daarna volgen Thailand (4,3% van de EU-uitvoer), Zuid-Korea (3,5%) en Thailand (3,5%) en een grote groep exportbestemmingen met een aandeel van 3% of minder van de totale EU-uitvoer. Bij de import van eieren en eiproducten was Oekraïne met 8.892 ton (+10%) goed voor 53% van de EU-import (het VK niet meegerekend). De import uit de VS en Argentinië, waar 21%, respectievelijk 8% van de EU-import vandaan kwam, steeg bij beide landen met 42%. Veranderingen in de import en export heeft veel te maken met het prijsniveau in de EU ten opzichte van landen buiten de EU. Bij een hoger prijsniveau in de EU zal in de regel de export wat teruglopen, terwijl de import wat zal toenemen. Bij een hoog prijsniveau is de vraag ook relatief groter. |