Boerderij: Achtergrond: Vogelgriep: wees alert op symptomen18-12-2020
Ieder vogelgriepvirus heeft weer nieuwe eigenschappen ten opzichte van zijn voorgangers. Bij het hoogpathogene virus dat dit jaar rondgaat, lijken de klinische verschijnselen enigszins anders dan bij uitbraken in voorgaande jaren.
Als overal in de stal kippen massaal sterven, gaan bij iedereen alarmbellen rinkelen. Maar niet altijd geeft een vogelgriepvirus dezelfde symptomen, zo blijkt ook dit jaar weer. Waar eenden bij vogelgriepuitbraken in de laatste jaren zeer vatbaar waren, lijkt het er nu op dat eenden minder gevoelig zijn voor het huidige H5N8-virus. In het wild houdt het virus dit jaar minder huis onder wilde eenden – met name dood gevonden ganzen zijn positief bevonden op het virus – en op het ene eendenbedrijf in Nederland waar tot zover dit H5N8-virus werd aangetroffen, was wel verhoogde sterfte maar niet zo extreem als in eerdere jaren het geval is geweest. Verschijnselen vogelgriep verschillen per pluimveesoortDe verschijnselen verschillen bovendien per type pluimveesoort, zo gaf pluimveedierenarts Teun Fabri (Royal GD) aan tijdens een webinar van GD en brancheorganisatie Avined. In zijn algemeenheid zie je bij hoogpathogene vogelgriep dieren die zichtbaar ‘ziek zijn’, bol zitten, en bij sectie kun je bloedingen tegenkomen en stollingen van bloed. Dieren gaan uiteindelijk dood aan hartfalen. Maar het beeld kan snel veranderen, omdat het virus snel verandert, zo benadrukt Fabri. En bijkomende infecties kunnen het beeld vertroebelen. “Op dit moment moet je bij verhoogde sterfte altijd AI in gedachten houden”, constateert Fabri. Leghennen meest gevoeligProducerende leghennen lijken het meest gevoelig voor dit vogelgriepvirus. Daar wordt bij uitbraken plotseling sterfte waargenomen van enkele procenten, soms tot zelfs tientallen procenten. Het beeld in de stal is verder dat van zieke dieren, weinig activiteit en ook weinig geluid uit het koppel, en koorts waarneembaar aan poten en kammen die warm aanvoelen. Ook waargenomen: blauwe koppen, vochtophopingen rondom de oogleden en bloedingen op de kam en poten. Bij sectie is aan de binnenkant meestal weinig te zien; soms verhoogde doorbloeding van de luchtpijp en strottenhoofd, geringe zwelling van lever of milt en verhoogde doorbloeding van organen en vliezen. Lees verder onder de foto
Bij (producerende) leghennen veroorzaakt het huidige H5N8-virus flinke sterfte, van soms tientallen procenten. - Foto: Koos Groenewold
RiemerellaDe symptomen bij eenden zijn gebaseerd op waarnemingen bij één bedrijf. Daar was het klinisch beeld onder andere trillingen, dieren die op hun zij lagen en ‘fietsbewegingen’ maken en dieren met een afwijkende gang. Er werden geen ademhalingsproblemen waargenomen. Deze dieren bleken echter ook Riemerella te hebben, wat tot soortgelijke symptomen kan leiden. Fabri waarschuwt om bij alle symptomen die ook op andere ziekten kunnen wijzen desondanks goed te checken: “Je kunt niet denken als ik dit of dat verschijnsel zie, dat zal coli of Riemeralla zijn. Je moet alert blijven op vogelgriep”. Lees ook: Viroloog over vogelgriep: ‘Ik hou mijn hart vast’ Dit jaar zijn er voor het eerst sinds 2003 ook uitbraken bij vleeskuikens. Bij de eerste uitbraak werd behoorlijk verhoogde uitval waargenomen, geeft Fabri aan. Tevens hadden de dieren blauwverkleuring bij hun kammen en poten. Dikke koppen werden er ook gezien, hoewel die tevens het gevolg van een bijkomende infectie kunnen zijn geweest, aldus Fabri. Bij sectie werd eveneens verhoogde doorbloeding aangetroffen. Aangescherpte meldcriteriaVanwege de aanhoudende virusdruk en het belang van een vroege ontdekking van vogelgriep, heeft het ministerie van LNV de officiële meldcriteria voor vogelgriep aangescherpt. Om gevallen met minder duidelijke verschijnselen toch op tijd te signaleren, is er een meldcriterium voor sterfte toegevoegd. Deze aanscherping voor leghennen, vermeerderingsdieren en vleeskuikens luidt: vanaf tien dagen leeftijd moet verhoogde sterfte worden gemeld als die óf twee dagen achtereen 0,5% is, óf twee dagen achtereen verdrievoudigd is ten opzichte van de gemiddelde sterfte in de week voorafgaand aan de sterfte. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) heeft de HPAI-uitbraken van de afgelopen jaren geanalyseerd en geconcludeerd dat een ‘drie keer zo hoge sterfte als normaal op twee opeenvolgende dagen’ een goede en gevoelige indicator is voor een HPAI-besmetting en dat op basis daarvan een besmetting eerder aan het licht komt. Pluimveehouders moeten, indien zij deze verschijnselen waarnemen, een melding doen bij het Landelijk meldpunt dierziekten van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Bovenstaande aanscherping is een aanvulling op de al bestaande meldcriteria van meer dan 3% sterfte per week voor alle pluimvee. Lees verder onder de foto
Sleutelwoord tegen vogelgriep blijft toch biosecurity. - Foto: Ruud Ploeg
VleeskalkoenenDaarnaast geldt voor vleeskalkoenen het meldcriterium: twee opeenvolgende dagen van 1% sterfte of meer per koppel per dag. En voor eenden: een uitval van meer dan 3% in de eerste week na opzet, in de tweede week en daarna 0,15% of meer uitval per dag gedurende twee opeenvolgende dagen óf 0,5% of meer uitval op één dag en gelijktijdig een voeropnamedaling van 5%. Zo snel mogelijk melden is ontzettend belangrijk om te voorkomen dat een eventuele besmetting verder versleept wordt. De percentages zijn daarbij niet heilig, zo benadrukt Marieke Augustijn van GD. “Handel in de geest van de wetgeving”, zo geeft ze pluimveehouders mee. Alle verhoogde sterfte in combinatie met twijfel over mogelijk vogelgriep is reden om melding te doen, geeft ze aan. BiosecurityVerder blijft het sleutelwoord: biosecurity. Door een goede biosecurity en bedrijfshygiëne kunnen pluimveehouders de kans op een AI-besmetting verkleinen, benadrukte GD-pluimveedierenarts Anneke Feberwee tijdens het webinar. Feberwee adviseerde pluimveehouders met een kritische blik te kijken naar waar de risicofactoren van hun bedrijf zitten, daarvoor de tijd te nemen en dat samen met anderen (deskundigen) te doen. Daarvoor is kennis nodig over de mogelijke besmettingsroutes. Het AI-virus kan een stal binnenkomen met stof en waterdruppels via de luchtinlaat, via personen (kleding en schoeisel), ongedierte (ratten en muizen) en via voorwerpen. Pluimveehouders doen er goed aan kritisch te kijken naar hun bedrijfsmanagement en hun handelen. Feberwee benadrukt dat dit geen verwijt is aan pluimveehouders van wie het bedrijf besmet is (geweest). “Dit heeft tot doel dat pluimveehouders kritisch worden op zichzelf.” Verdenking melden Wanneer je symptomen ziet die op vogelgriep kunnen wijzen, moet je contact opnemen met het Landelijk meldpunt dierziekten van de NVWA. Dat kan via het telefoonnummer: 045-546 31 88. Na de melding staat er binnen enkele uren een specialistenteam bij het bedrijf op de stoep. Dat neemt monsters (die per koerier naar Lelystad worden gestuurd), maar bekijkt ook het bedrijf en het beeld in de stallen. Er wordt onder andere ook een beoordeling gemaakt van het percentage zieke dieren in de stallen; van belang voor compensatie indien er inderdaad sprake is van vogelgriep. Voor zieke dieren is de vergoeding lager, om snel melden te stimuleren. Een bedrijf wordt tijdelijk geblokkeerd. Meestal volgt binnen twaalf uur de uitslag. Medeauteurs: Bouke Poelsma en Kirsten Graumans Hans Bijleveldredacteur pluimveehouderij Gerelateerde tags: |