Pluimveeweb: 'Bio-ei na wormkuur tijdelijk afwaarderen, kost gemiddeld bedrijf 50.000 euro'22-04-2021
„Wanneer biologische leghennenhouders hun eieren na iedere wormkuur een week of langer niet als biologisch eieren mogen verkopen als gevolg van de nieuwe biologische wetgeving kost dit een gemiddeld bedrijf zo’n 50.000 euro op jaarbasis. In het ergste geval moeten de eieren naar de brekerij. Dit betekent een flinke afwaardering van de eieren.” Dat zegt Hans Fuchs van Bionext.
De projectleider Kennis & Innovatie Bionext ging dinsdagavond 20 april in op de nieuwe biologische wetgeving legpluimvee tijdens een online uitzending van voerfabrikant AgruniekRijnvallei. Bij zogeheten synthetische diergeneesmiddelen, zoals ontwormingsmiddelen, die veel gebruikt worden, gaat mogelijk een wachttermijn gelden van 48 uur. Een wormkuur duurt vijf tot zeven dagen. Gedurende de kuur mogen de eieren niet meer als biologische ei verkocht worden. En daarna ook nog 48 uur niet. Dat betekent bij elke kuur een afwaardering van de eieren gedurende een hele week of meer. Die afwaardering van eieren kost veel geld. Fuchs rekende de afwaardering hiervan uit voor een gemiddeld bedrijf en kwam uit op 50.000 euro op jaarbasis. „Met Bionext pleiten we in Brussel om een uitzondering te maken voor ontwormingsmiddelen totdat er goede alternatieven hiervoor zijn. Andere landen doen dat ook.” Fuchs heeft goede hoop dat hun pleidooi effect heeft en ontwormingsmiddelen ook volgend jaar toegestaan zijn bij biologische leghennen. Later dit jaar beslist de Europese Commissie hierover. Infectiedruk monitoren„Tegelijkertijd hebben we als biologische sector de handschoen opgepakt om minder afhankelijk te worden van synthetische anti-wormmiddelen”, zo geeft Fuchs aan. „In lijn met de biologische uitganspunten, zoeken we naar een manier om de dieren op een meer natuurlijke manier in balans te laten zijn met hun omgeving. Periodiek ontwormen past daar niet echt bij. Bovendien lopen we altijd risico op residuën in de eieren als gevolg van ongelijkmatige opname en zien we ook het mogelijke risico van residuen die via de mest op de bodem komen en daar een negatief effect hebben op het bodemleven.” „Dit betekent dat we het anti-worm management op een andere leest willen gaan schoeien. Niet meer standaard, periodiek ontwormen. Maar eerst de infectiedruk monitoren op basis van mestmonsters en dan kijken op welk niveau ontworming noodzakelijk is. Daarnaast kijken naar natuurlijke middelen die toegepast kunnen worden om de wormdruk te verlagen. En mogelijke aanpassingen in de houderijomstandigheden, bijvoorbeeld inrichting van de uitloop, die de druk kunnen verlagen. Het klinkt misschien eenvoudiger dan het is, want de problematiek is hardnekkig en de oplossingen liggen niet voor het oprapen. Pluimveepraktijken in Nederland hebben op eigen initiatief al wat eerste ervaring opgedaan met monitoring en ook internationaal vindt het nodige onderzoek op dit vlak plaats.” Onderzoeksprogramma„Het mooie is dat de pluimveesector zich inmiddels in volle breedte achter dit plan van aanpak heeft geschaard”, zegt Fuchs. Via LTO/NOP en NVP is Avined nu in de lead gekomen om hiervoor een onderzoeks- en ontwikkelprogramma op te stellen dat in de praktijk wordt uitgevoerd met een centrale rol voor de gespecialiseerde dierenartspraktijken. Ook voerbedrijven en eierhandelaren hebben hun steun uitgesproken. Er ligt een verzoek bij de overheid om de sector hierin te co-financieren. Voor de kennisontwikkeling is het belangrijk dat dit collectief wordt aangepakt en dat ook het onderzoek via WUR en LBI hun bijdrage hierin kan leveren. Wetgeving wijzigt over tien jaar weerFuchs legde tevens uit dat de wetgeving is gewijzigd omdat biologisch voorop wil lopen. „Concepten zoals eierconcepten ontwikkelen zich ook. Biologisch wil voorop lopen zodat het producten duidelijk onderscheidend zijn voor de consument”, legt Fuchs uit. „Normaal gesproken wisselen de eisen iedere tien jaar”, zei Fuchs na een vraag van een kijker van de online uitzending. „De huidige eisen stammen uit 2008. Nu duurt het wat langer voordat de nieuwe eisen van kracht zijn. Net als wij met Bionext pleit ieder land voor uitzonderingen. De Europese Commissie moet daar wat mee doen. Vandaar dat aanpassen van de wetgeving een langdurig en stroperig proces is.” |