Boerderij: Akkoord over Gemeenschappelijk

25-06-2021

Er is een akkoord over een ‘groenere’ verdeling van EU-landbouwsubsidies.

De EU-landen, het Europees Parlement en de Europese Commissie zijn het eens geworden over de verdeling van bijna € 400 miljard voor de komende jaren. Het akkoord, dat drie jaar op zich liet wachten, moet de Europese landbouw klimaat- en milieuvriendelijker maken en tegelijk boeren blijven verzekeren van inkomen. Dat is vrijdagmiddag 25 juni bekend gemaakt in Brussel.

Het EU-landbouwbudget moet meer gebruikt worden om landbouw te verduurzamen, meer ten goede komen aan kleine boeren en aansluiten bij de plannen op het gebied van klimaat en biodiversiteit van de Europese Commissie. De landbouwministers van de EU-landen en het voltallige parlement moeten de principeovereenkomst over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) nog goedkeuren.

Inkomenssteun GLB
Belangrijkste verandering is dat 25% van de inkomenssteun afhankelijk wordt van voorwaarden op ecologisch gebied. Hiervoor zijn negen richtlijnen (GAECs) benoemd. Lidstaten mogen zelf kiezen waar ze precies op mikken. De lidstaten hebben sowieso meer eigen inbreng bij de invulling dan bij de vorige versie van het GLB. Het komende halfjaar moeten ze nationale, strategische plannen opstellen waarin ze de hoofdlijnen van het akkoord uitwerken.

30% voor ecoregelingen
Het nieuwe beleid gaat van start in 2023. Dat is twee jaar later dan oorspronkelijk gepland. De vorige hervorming van het Europees Landbouwbeleid was in 2013. Het toen vastgestelde beleid zou tot eind 2020 lopen.

Het Europees Parlement wilde voor de ecoregelingen 30% uittrekken. Het parlement vond dat de landbouw met een kleiner percentage niet genoeg bijdraagt aan het terugdringen van de CO2-uitstoot en het beperken van de klimaatverandering, maar kreeg de EU-landen niet mee.

Ook wilde het Europarlement meer landbouwgrond verplicht onbenut laten dan nu in de afspraken staat. “De onderhandelingen waren soms hard”, zeggen de onderhandelaars van het parlement. Ze liepen vorige week nog vlak voor de eindstreep spaak, maar zijn nu alsnog geslaagd. “Het vult me met grote voldoening om te kunnen zeggen dat het ons is gelukt!”, jubelt verantwoordelijk Eurocommissaris Janusz Wojciechowski.

Het GLB is goed voor iets minder dan een derde van het totale EU-budget. Het gaat om € 387 miljard voor de officiële budgetperiode van zeven jaar, namelijk 2021-2027. 70% van het GLB-budget is bedoeld om het inkomen van 6 tot 7 miljoen Europese boeren te ondersteunen.

Belangrijkste punten nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

  • 25% minimaal van het budget (€ 48 miljard) wordt gebonden aan eco-regelingen waar boeren vrijwillig aan mee kunnen doen. De hoogte van de overblijvende hectaretoeslag is nog niet bekend, dus is ook nog niet duidelijk hoeveel die minder wordt dan nu. De minimumeisen voor die toeslagen worden strenger. Minder geld, meer doen, dus. Hoe precies, is nog niet bekend. De vrijwillige ecoregelingen geven vergoeding voor maatregelen op gebied van klimaat, milieu, dierenwelzijn, geïntegreerde gewasbescherming, et cetera.
  • Minstens 35% van de gelden voor plattelandsontwikkeling gaan naar doelen op gebied van milieu, klimaat en dierenwelzijn.
  • 10% van het budget van de directe betalingen moet naar kleinere bedrijven. Lidstaten mogen zelf invullen hoe ze dat regelen. Ze kunnen een deel van de toeslagen herverdelen. Dat kan door afroming van betalingen boven de € 60.000 of aftopping boven de € 100.000 per bedrijf.
  • Minimaal 3% van het GLB-budget per land moet ten goede komen aan jonge boeren tot 40 jaar. Dit kan in de vorm van inkomens- of investerings- of starterssteun.
  • Sancties voor niet naleving van subsidievoorwaarden worden strenger. Wie herhaaldelijk niet voldoet, krijgt in plaats van 5%, straks 10% korting. Wie opzettelijk de regels overtreedt, wordt 15% gekort.
  • De directe betalingen zijn alleen bestemd voor actieve boeren. De lidstaten moeten definiëren wie dat precies zijn. Daarbij mogen ze verbrede bedrijven of parttimeboeren niet uitsluiten.
  • Tenminste 3% van het areaal op akkerbouwbedrijven moet buiten productie blijven op een of andere manier. Met steun uit ecoregelingen is dat op te hogen tot 7%, waarbij dan dus een deel betaald wordt.
  • Er komt een koppeling van GLB-toeslagen en de controle op naleving daarvan aan arbeidsinspectie en het naleven van arbeidsvoorwaarden voor werknemers op agrarische bedrijven. Uiterlijk in 2025 moeten lidstaten dit geregeld hebben.
  • Er komt meer aandacht en ruimte voor crisisbestendigheid van bedrijven en voor hulpmaatregelen in tijden van crisis. De huidige voorlopige crisisreserve krijgt een permanent karakter en een budget van € 450 miljoen voor crisisinterventie. Is dat niet genoeg dan kan het zogeheten financiële-discipline-mechanisme geactiveerd worden als laatste redmiddel. Dit is een korting op de toeslagen. Wel moet in dat geval de eerste betaling van € 2.000 buiten schot blijven.
  • De markten moeten transparanter worden. Daartoe komen er voor alle agrarische markten speciale observatoria, die informatie verzamelen en tijdig moeten waarschuwen voor marktverstoring.
  • In het huidige beleid is al de mogelijkheid om de productie in de zuivel tijdelijk vrijwillig te verlagen. Die mogelijkheid wordt uitgebreid naar alle sectoren. De regeling voor tijdelijke productieverlaging van enkele beschermde (streek)producten worden uitgebreid naar alle producten van beschermde oorsprong.
  • Het mededingingsbeleid wordt aangepast. Voor producten die onder hogere dan wettelijke minimumstandaarden worden geproduceerd, worden de regels soepeler.
  • De ecoregelingen moeten bijdragen aan de doelen van de Green Deal. Die zijn in hoofdlijn tot 2030:
    • 50% minder pesticiden
    • 25% van het areaal is biologisch
    • 50% minder antibiotica
    • 50% minder mineralenverlies
    • 20% minder kunstmestgebruik
    • 10% van het areaal voor landschapsdoelen

Overwegend positieve reacties op nieuwe GLB
De eerste reacties op het nieuwe GLB zijn uiteraard kritisch maar toch overwegend positief.

In de reactie van LTO Nederland is duidelijk opluchting te merken. De oorspronkelijke plannen zijn flink aangepast in de onderhandelingen. De plannen zijn realistischer geworden, stelt de organisatie vast. Maar nog steeds is het zo dat het nieuwe GLB meer vraagt van boeren voor minder geld, in de ogen van LTO een tegenstrijdigheid. “Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid verschuift steeds meer van betaalbaarheid en zekerheid van voedsel naar een verduurzamingsinstrument voor klimaat en biodiversiteit. Boeren en tuinders willen ook verder verduurzamen, maar dat moet financieel wel haalbaar zijn en de Europese voedselvoorziening niet onder druk zetten,” zegt Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland in een persbericht.

Van der Tak benadrukt dat het belangrijk is dat de ecoregelingen aantrekkelijk worden voor boeren zodat ze er aan mee gaan doen. Dat moet in de nationale regelgeving uitgewerkt worden.

Demissionair minister Carola Schouten (LNV) is kritisch. Van haar had het allemaal wel wat ambitieuzer gemogen met de vergroening en verduurzaming moeten gaan. Maar daar was onvoldoende draagvlak voor bij de overige lidstaten, zegt ze tegen het ANP.

Nederland had er in de onderhandelingen op ingezet dat een derde van het budget naar duurzame vormen van landbouw zou gaan. Maar dat is uiteindelijk een kwart geworden. “Dat is in ieder geval al wel een verbetering ten opzichte van de huidige situatie”, zegt Schouten.

Er zullen boeren zijn die echt zaken moeten aanpassen

Boeren in Nederland zijn volgens Schouten best bereid iets goeds te doen voor natuur, milieu en klimaat. Maar daar moet dan wel een vergoeding tegenover staan. Een goed gevulde Europese subsidiepot specifiek voor verduurzaming kan daarbij helpen, denkt zij.

Tegelijkertijd zal het nieuwe subsidiebeleid ook voor sommige Nederlandse boeren gevolgen hebben, erkent Schouten. “Er zullen boeren zijn die echt zaken moeten aanpassen”, zegt zij. “Er zullen dingen veranderen, dat ontken ik niet.” Maar daar zullen de boeren die het betreft hulp en begeleiding bij krijgen, verzekert de bewindsvrouw.

GLB-onderhandelaar Bert-Jan Ruissen (SGP) laat via zijn Twitterkanaal weten: “Dit akkoord biedt een goed inkomen voor de boer; beleid dat aansluit op de nieuwe uitdagingen én werkbaar is in de praktijk.” Annie Schreijer-Pierik (CDA) is via Twitter zelfs heel opgetogen: “Historisch! Deal over het GLB 2023-2027. Eindelijk mét ecoregelingen na mijn jarenlange pleidooi. Nu zaak dat de EU-landen deze uitbouwen tot écht verdienmodel met prestatiebeloning voor onze boerengezinsbedrijven!” Ze is ook erg tevreden over de aandacht voor de kleinere bedrijven en de mogelijkheid om de groot-incasseerders aan te pakken. “Er zal méér naar kleine en middelgrote gezinsbedrijven gaan. Als Parlement blijven we de Tsjechische liberale premier Andrej Babiš en andere oligarchen bovendien op de hielen zitten.”

Jan Huitema (VVD) is eveneens positief. Met deze hervorming slaat het landbouwbeleid een historische nieuwe weg in, waarin de aloude focus op basisinkomenssteun naar beloningen voor groene verdiensten verlegd wordt, is zijn reactie. “Het huidige beleid dat boeren van bovenaf voorschrijft hoe ze moeten vergroenen, is niet effectief gebleken. Veel beter is het om geld voor vergroening direct te linken aan de vergroeningsprestaties van de boer en tuinder, en minder te sturen op maatregelen. Hoe groter die prestatie, hoe hoger de vergoeding. Dit stimuleert groen ondernemerschap, draagt bij aan een groen verdienmodel voor boeren en geeft de belastingbetaler de garantie dat Europees geld daadwerkelijk bijdraagt aan vergroening.”

De Groenen, inclusief de Europarlementariërs van GroenLinks, hebben juist aangekondigd tegen het akkoord te stemmen.

 
 

Inloggen op de ledenportal