Pluimveeweb: Vrije uitloop leghennenhouders kunnen geen schadevergoeding claimen

De schade die vrije uitloop leghennenhouders ondervinden van het langdurig handhaven van de ophokplicht vanwege het risico op insleep van vogelgriep, hoort tot het normale bedrijfsrisico. De overheid hoeft daar geen schadevergoeding voor uit te keren. Dat bepaalde het gerechtshof Den Haag op 8 juni. Het gerechtshof laat daarmee een uitspraak die de rechtbank Den Haag al eerder deed in stand.

Enkele vrije uitloop leghennenhouders voelen zich onredelijk benadeeld door de ophokplicht van 9 november 2016 tot 19 april 2017. Aangezien deze ophokplicht langer dan 12 weken duurde, konden zij hun eieren niet meer als vrije-uitloopeieren verkopen.

Voor de schade die de pluimveehouders vanwege de ophokplicht hebben geleden spreken zij de Staat aan. Zij vinden dat de ophokplicht niet langer dan 12 weken had mogen duren, of op zijn minst zou de Staat hen een financiële tegemoetkoming moeten bieden wegens de door hen geleden schade.

Het gerechtshof is het eens met de rechtbank dat de vrije uitloop leghennenhoudres als gevolg van de ophokplicht niet te maken hebben gekregen met een abnormale last. Een ophokplicht van langer dan 12 weken behoort tot het normale bedrijfsrisico van vrije uitloop leghennehouders. Het was voorzienbaar dat uitbraken van vogelgriep zouden kunnen optreden en ook dat dit zou kunnen leiden tot een ophokplicht die langer dan 12 weken zou kunnen duren.

Meer informatie is te vinden in de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 8 juni die maandag 26 juli is gepubliceerd.

Tekst: Tom Schotman