Pluimveeweb: LNV heeft geen zicht of verplichte vogelgrieponderzoek bij hobbypluimvee daadwerkelijk plaatsvindt

Het ministerie van Landbouw heeft geen zicht of het verplichte onderzoek naar de aanwezigheid van vogelgriep ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden bij hobbypluimveehouders in de afgelopen jaren. Officieel moeten ook hobbypluimveelocaties met meer dan 250 stuks pluimvee zich registreren en evenals commerciële pluimveebedrijven jaarlijks standaard onderzocht worden op de aanwezigheid van vogelgriep door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).

Dat antwoord minister Schouten van LNV na Kamervragen van Kamerlid Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging. Hobbypluimveehouders met meer dan 250 dieren moeten zich registreren. Maar of dat ook gebeurt, weet het ministerie van LNV niet zeker. De vraag hoe vaak hobbyhouders zich de afgelopen jaren hebben laten controleren, kan Schouten ook niet beantwoorden. Wel is bekend dat de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), die de screening uitvoerde in 2020 op 2.156 locaties met een Uniek Bedrijfsnummer (UBN), bloedmonsters heeft genomen. „GD kijkt niet of dit hobbylocaties zijn of bedrijven met commerciële activiteiten”, antwoordt Schouten.

De locaties zijn bekend bij het informatiesysteem van Avined, de overkoepelende organisatie in de pluimveesector. Daaruit zou afgeleid kunnen worden dat dit commerciële bedrijven betreft. Al staat dit niet in het antwoord van de minister. Mocht dit wel het geval zijn, dan zouden er 88 hobbyhouders van pluimvee kunnen zijn. Het gaat dan om de 2.244 locaties die zijn gemeld bij RVO.nl min de 2.156 locaties die bekend zijn bij Avined.

Lees hier alle antwoorden van minister Schouten van LNV op de Kamervragen van Kamerlid Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging (BBB).