Pluimveeweb: 'Daling van 9 procent in dagelijkse eierproductie goede indicator vogelgriep'

25-11-2021
Een daling van 9 procent of meer in de dagelijkse eierproductie bij fok- en vermeerderingskoppels is een goede indicator voor een vogelgriepuitbraak. Verhoogde sterfte en een productiedaling zijn een indicator voor vogelgriep bij eendenbedrijven. Wanneer deze beide optreden moeten bij een eendenhouder de alarmbellen gaan rinkelen. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR).

In opdracht van het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) onderzocht WBVR of en hoe de mate van uitval en productie-indicatoren gebruikt zouden kunnen worden als alarmsignaal voor het melden van een verdenking van vogelgriep bij eendenbedrijven. Uit het onderzoek is gebleken dat een dagelijkse sterfte van 0,3 procent een goede indicator is voor een vogelgriepinfectie. Ook een daling van 9 procent of meer in de dagelijkse eierproductie bij fok- en vermeerderingskoppels is een goede indicator voor een vogelgriepuitbraak.

Achtergrond detectie vogelgriep

Vogelgriep veroorzaakt ernstige ziekte en hoge sterfte bij pluimvee. Verhoogde sterfte, daling van de eierproductie, verminderde groei, verminderde voer- of wateropname zouden kunnen worden gebruikt als indicatoren voor het melden van een vermoeden van een vogelgriepuitbraak bij de veterinaire autoriteiten. Het tijdig melden van een verdachte situatie op een pluimveebedrijf is belangrijk om te voorkomen dat het vogelgriepvirus al naar andere pluimveebedrijven is versleept.

In de Nederlandse diergezondheidswetgeving is er voor leghennen, vermeerderingsdieren, vleeskuikens en kalkoenen aangegeven wanneer de veterinaire overheid en de dierenarts geconsulteerd moeten worden als uitval en productie-indicatoren bepaalde vastgestelde grenzen overschrijden. Voor gehouden eenden was dat tot nog toe niet vastgesteld.

De algemene regel dat er gemeld moet worden bij > 3 procent sterfte per week voor pluimvee voldoet absoluut niet omdat er dan veel te laat aan de bel wordt getrokken en de infectie al kan zijn verspreidt. Vogelgriepuitbraken in gehouden eenden en ganzen leiden in zijn algemeenheid niet tot ernstige ziekte, waardoor tijdige melding van een verdachte situatie in gevaar kan komen. De laatste jaren zijn echter in verschillende landen, waaronder Nederland, bij vogelgriepuitbraken op eendenbedrijven verhoogde sterfte en productiedaling gezien.

Gegevens verzamelen

WBVR heeft gegevens over dagelijkse sterfte, eiproductie, voeropname en wateropname van koppels vleeseenden en fokeenden die wel of niet vogelgriep-besmet waren verzameld uit binnen- en buitenland. Gegevens van onbesmette koppels werden gebruikt om de dagelijkse niveaus van sterfte en productieparameters te beoordelen en om mogelijke drempelwaarden te identificeren voor het veroorzaken van vermoedens van een vogelgriepinfectie. Gegevens van besmette koppels werden gebruikt om het effect van infectie op de dagelijkse sterfte en productie te beoordelen en om de gevoeligheid van de drempels voor vroege detectie van uitbraken te evalueren.

Indicatoren vogelgriepinfectie

Armin Elbers, werkzaam bij WBVR als epidemioloog, geeft aan: „Voor koppels vleeseenden zou een dagelijkse mortaliteit > 0,3 procent (na de eerste levensweek) een goede indicator zijn voor een vogelgriepinfectie. Dalingen in de gemiddelde dagelijkse voer- of wateropname groter dan respectievelijk 7 gram of 14 milliliter (na de eerste week van productie) zijn gevoelige indicatoren van vogelgriepinfectie. Voor fokeenden hebben wij beperkte gegevens tot onze beschikking gehad. De sterfte bij drie Duitse koppels eenden was zeer beperkt na vogelgriepinfectie, het Engelse koppel eenden daarentegen liet wel snel stijgende sterfte zien na vogelgriepinfectie. De toepassing van een dagelijkse mortaliteit > 0,3 procent als meldingsdrempel is daarom sowieso ook voor fok- en vermeerderingseenden aan te bevelen. Een daling van de dagelijkse eiproductie van meer dan 9 procent bleek echter bij alle koppels fok- en vermeerderingseenden een zeer effectieve indicator voor een vogelgriepuitbraak.”

De vastgestelde meldingsdrempels kunnen worden gebruikt om eendenhouders en dierenartsen te informeren om vermoedens van HPAI-uitbraken bij commerciële eendenkoppels te melden. De resultaten van het WBVR onderzoek zijn gepubliceerd in het Engelstalige wetenschappelijk tijdschrift Pathogens. Voor het downloaden van de publicatie, klik hier. Pluimveehouders die nadere informatie willen hebben, kunnen contact opnemen met Armin Elbers, via armin.elbers@wur.nl.

 
 

Inloggen op de ledenportal