Pluimveeweb: LLTB leeft mee met door vogelgriep getroffen kalkoenenhouder22-12-2021
De Limburgse land- en tuinbouwbond (LLTB) spreekt zijn medeleven uit richting de kalkoenenhouder uit Ysselsteyn. Op het bedrijf van de boer uit Limburg is vogelgriep aangetroffen. De circa 24.000 kalkoenen worden volgens het ministerie van LNV vandaag (22 december) geruimd.
„Het is verschrikkelijk als zoiets gebeurt", zegt LLTB-bestuurder Theo Coumans. „Voor de dieren en voor de ondernemer. We leven vanuit de LLTB mee met deze pluimveehouder en de collega's in zijn omgeving die een heel onzekere periode tegemoet gaan." Meer ruimingenPersoneel van het besmette bedrijf in de gemeente Venray is ook werkzaam op twee andere pluimveebedrijven. 'Daarmee is er sprake van risicovol contact', schrijft LLTB. 'Deze twee bedrijven bevonden zich ook binnen 1 kilometer afstand van het besmette bedrijf. Om deze redenen worden deze twee bedrijven preventief geruimd. Op deze twee bedrijven gaat het in totaal om circa 40.000 dieren.' Vier andere pluimveebedrijven die in de buurt liggen worden bemonsterd op vogelgriep en zijn geblokkeerd. In de 10 kilometer zone rond dit bedrijf liggen 69 andere pluimveebedrijven. Voor deze zone geldt per direct het vervoersverbod. Daarmee breekt volgens LLTB een onzekere periode aan voor de pluimveehouders in de Noord-Limburgse regio. MeldingsplichtLLTB benadrukt dat er nog steeds maatregelen gelden, die de kans op besmetting met vogelgriep kleiner maken. 'Het gaat om landelijke maatregelen, zoals een verbod op het bezoeken van vogelverblijfplaatsen van risicovogels, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Onder risicovogels vallen gehouden hoenderachtigen (zoals kippen), watervogels en loopvogels. De landelijke ophok- en afschermplicht is nog onverminderd van kracht. Voor houders van leghennen, vermeerderingsdieren, vleeskuikens en eenden geldt nog steeds een aangescherpte meldplicht. Hierbij moeten pluimveehouders eerder melding maken bij de NVWA van uitval van hun pluimvee, waardoor besmettingen met vogelgriep eerder aan het licht kunnen komen en de kans op verspreiding kleiner wordt.' |