Boerderij: Bunzing en vossen met H5N1 vogelgriep besmet20-01-2022
Op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee is een bunzing aangetroffen met de zeer ziekmakende vogelgriepvariant H5N1. Elders in Nederland zijn ook vossen aangetroffen die besmet waren met het virus. Dat blijkt uit onderzoek van het Dutch Wildlife Health Centre, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Dit meldt de website Nature Today. De bunzing werd op 8 januari 2022 aangetroffen. Het dier gedroeg zich vreemd, draaide ongecontroleerd met haar kop en was volledig gedesoriënteerd. Zulk gedrag wijst vaak op een aandoening aan het zenuwstelstel. Het dier werd overgebracht naar een opvangcentrum voor wilde vogels en zoogdieren in Rotterdam en is daar afgemaakt om haar uit haar lijden te verlossen, omdat de verschijnselen zeer hevig waren. Omdat dergelijke neurologische symptomen ook voorkomen bij watervogels die ziek zijn van vogelgriep, werd besloten de dode bunzing in het lab van WBVR te laten testen. De testresultaten wezen uit dat de bunzing inderdaad besmet was met de zeer ziekmakende vogelgriepvariant H5N1. Het virus werd aangetoond in de hersenen van het dier. Wilde zoogdieren besmetInmiddels is duidelijk dat ook wilde zoogdieren geïnfecteerd kunnen worden met H5N1. In mei 2021 werden er al besmette jonge vosjes aangetroffen in Groningen, afgelopen december een zieke vos in Zuid-Nederland. Vooralsnog gaat het om roofdieren die het virus vermoedelijk opliepen door het eten van besmette wilde vogels. Deze manier van besmetting is ook aangetoond bij roofvogels, in 2015 bij een zeearend, in de winter van 2020/2021 bij een buizerd, torenvalk en slechtvalk. In deze gevallen ging het om H5N8. De nu aangetoonde gevallen van vogelgriep bij zoogdieren wijzen erop dat voorzichtigheid is geboden tijdens deze vogelgriepepidemie. Omdat bekend is dat ook honden en katten gevoelig zijn voor vogelgriep, wordt geadviseerd honden uit voorzorg aan te lijnen bij plekken waar dode (water)vogels kunnen liggen. Voor wandelaars geldt dat direct contact met zieke en dode watervogels zoveel mogelijk vermeden moet worden. Kadavers van dieren blijven meestal in de natuur liggen, waarna aaseters de kadavers opruimen. Dat is echter niet verstandig bij door vogelgriep gestorven vogels, want de aaseters die daarvan eten kunnen ook zelf ziek worden. Voor het opruimen van kadavers heeft de NVWA daarom hygiëneprotocollen opgesteld voor terreinbeheerders en dierenambulances. |