Pluimveeweb: Boodschap aan Tweede Kamer: Heb ook aandacht voor boeren die door willen gaan05-02-2022
Focus je niet enkel op uitkoopregelingen en stoppende boeren, maar maak ook een plan voor boeren die willen doorgaan. Die boodschap gaven Rli-leden Krijn Poppe en Jan Jaap de Graeff aan de Tweede Kamer.
De Kamer hield een hoorzitting over het rapport dat de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli) hierover twee maanden geleden had uitgebracht. In het rapport constateerde de Raad dat de politiek het afgelopen jaar veel aandacht heeft gehad voor het (gedeeltelijk) uitkopen van landbouwbedrijven en voor stoppende boeren, maar des te minder voor het scheppen van voorwaarden voor boeren die door willen gaan. Volgens het Rli moet de overheid voor die boeren een omgeving scheppen met duidelijke langetermijndoelen, die per gebied worden bepaald, en moet ze de ondernemer de vrijheid geven om zelf te bepalen hoe hij die doelen gaat halen. Die boodschap herhaalden ze bij de presentatie van het rapport in de Tweede Kamer. Poppe signaleerde daarbij dat ook in het coalitie-akkoord, dat twee weken na het Rli-advies uit is gekomen, de aandacht vooral uitgaat naar de stoppende boer en te weinig naar het scheppen van goede voorwaarden voor boeren die door willen gaan. De Graeff wees erop dat de opgave voor de landbouw per gebied verschilt, en dus in die gebieden moeten worden opgelost. „Gebruik het geld in die fondsen nu deels om die gebiedsgerichte opgave te financieren", stelde hij. MarktDerk Boswijk vroeg de sprekers hoe de overheid de consument en de markt mee kan laten doen aan de transitie, en of de overheid de markt daartoe kan dwingen. Maar dat hangt ervan af, zei De Graeff, in hoeverre de consument bereid is te betalen voor duurzame productie. Als de overheid duurzaamheidscertificaten uitgeeft (iets waar het rapport voor pleit), helpt dat volgens hem. Maar de overheid kan hier ook een rol spelen via bijvoorbeeld een lager BTW-tarief voor duurzame producten en via afspraken met retailers. Poppe signaleerde daarbij een probleem: een deel van de afzet vindt plaats in het buitenland, waar de Nederlandse overheid weinig invloed heeft. „Daarom plaatsen we de nadruk op certificering", vertelde hij; daarmee bereik je wel de consument. Maar de overheid moet niet enkel inzetten op sturing via de markt, maar zal ook andere instrumenten moeten aanspreken; contracten voor landschapsbeheer, en carbon credits. FraudePvdA'er Joris Thijssen maakte zich zorgen over de fraudegevoeligheid van het voorgestelde systeem. „Welke doelen kun je stellen zonder dat we daar fraude zien?", vroeg hij. Poppe antwoordde dat met normen ook een goede controle moet komen. En dat een duurzaamheidscertificaat daar ook een rol speelt. Thijssen vond het toch een veiliger idee om gewoon alle boeren te verplichten dat ze grondgebonden moeten werken, zonder externe inputs zoals krachtvoer. „Als we met normen gaan werken, blijven we overschrijdingen krijgen." Maar dat was volgens Poppe dan weer contraproductief. "Je gaat als overheid dan toch weer op de stoel van de boer zitten, en maak je geen gebruik van de creativiteit en het vakmanschap van de ondernemer. Als econoom ben ik niet erg gecharmeerd van dit soort voorschriften." |